Als zelfs Unia de godsdienstvrijheid loslaat

lamrabet

(Foto: Rachida Lamrabet, op Schrijverspodium)

We hebben het punt definitief bereikt. Het punt waarop moslims in dit land hun godsdienstvrijheid definitief op hun buik kunnen schrijven. Vandaag heeft Unia afstand genomen van uitspraken van haar medewerkster/juriste Rachida Lamrabet. Die werkt voor een theaterproject van de Brusselse KVS aan een kortfilm waarin ze het recht verdedigt om een boerka te dragen.

Wat dit eigenlijk betekent, is het volgende: het centrum dat geacht wordt gelijke kansen te verdedigen, vindt het nodig officieel afstand te nemen van (het standpunt van) een medewerkster die het opneemt voor gelijke kansen – in de vorm van de vrije beleving van godsdienst. Il faut le faire.

Rachida Lamrabet is zelf ongesluierd, ze is ook geen fan van de boerka. Ze is gewoon juriste. Een juriste die haar eigen voorkeuren weet te scheiden van grondrechten. Een juriste die met vuur een uitspraak van Voltaire verdedigt: ”Ik ben het niet eens met wat u zegt, maar ik zal het recht om het te zeggen tot de dood toe verdedigen.” Voor de slechte verstaander is dat in dit geval: het recht om een boerka te dragen en je geloof te uiten. Hoe dwaas je het ook vindt. Alleen dat heeft Lamrabet verdedigd.

Die Voltaire was één van de grote voortrekkers van de Franse Verlichting. En de Verlichting is het boekje waarden en normen waarvan sommige politici hier zo graag een laagdrempelige versie zouden willen maken om in een Nieuwkomersverklaring op te nemen. Die kernwaarde van de Verlichting wordt met de aanval op Lamrabet alweer door diezelfde politici aangevallen, omdat het verdedigen van dat grondrecht niet meer zo lekker voelt. Het gaat namelijk niet meer over de eigen voorkeur of godsdienst, maar over die van een ander.

Van die waarde is vandaag helaas ook afstand genomen door een organisatie die in het leven is geroepen om deze waarde te verdedigen. Zelfs oud-politicus van Agalev/Groen en SP.A Ludo Sannen vindt (in De Standaard) dat blijkbaar niet meer dan normaal.

Lamrabet gaat niet eens juridisch in de fout. Ze heeft niet zoals François Fillon de rechters ‘politiek gekleurd’ of zoals Theo Francken ‘wereldvreemd’ genoemd. Ze heeft gewoon haar afkeer van een wet uitgesproken zonder de rechterlijke macht zelf in twijfel te trekken. Ze heeft haar mening geuit binnen een commentaar over een kortfilm en een theaterstuk, in een culturele context.

Voor wat Rachida Lamrabet doet, zou Unia een diepe buiging mogen maken. In tijden van polarisatie recht deze juriste de rug, heeft zij moed om tegen de modderstroom in te roeien en grondrechten (godsdienstvrijheid) te vrijwaren in tijden van hevige emoties (tegen de islam). Dat is toch min of meer wat in de missie en visie van Unia zou kunnen staan. Die modderstroom sleurt vandaag alles mee wat van ver of dichtbij naar moslimextremisme zou kunnen ruiken en een medewerkster van Unia die die stroom een halt toeroept, zou van de Unia-directie een boeketje mogen krijgen.

Lamrabet wijst ons er namelijk op dat niet elke vrouw in een boerka vanuit onderdrukking handelt en dat je geloof extreem belijden een grondrecht is zolang je daar niemand anders last mee berokkent. Zo simpel is het ook. ‘Mensen zijn onschuldig tot het tegendeel bewezen is’, is namelijk nóg een van onze grondbeginselen. Ook dat beginsel zijn we blijkbaar vergeten omdat het ons niet uitkomt. Liever gaan we er van uit dat achter een vrouw met boerka het kwaad schuilt, sinds het boerkaverbod geven we aan dat vooroordeel toe.

Het gelijkekansencentrum heeft vandaag de gelegenheid gemist om met de allure van een groot staatsman eens fors stelling te nemen tegen zoveel platitudes. Om een lijn te trekken en to do what a man’s gotta do. Om in Trump-tijden het gemanipuleerde volk nog eens duidelijk te maken wat burgerrechten zijn, hoe ver die mogen gaan en waarom Lamrabet juridisch niet te ver ging. Het had zich een baken van vertrouwen kunnen tonen, een juridische referentie, in tijden dat opkomen voor rechten van minderheden niet bepaald populair is. Het had met één lijn vanishing spray kunnen duidelijk maken dat sommige politici eens dringend op hun eigen helft moeten gaan spelen en rechtsinstanties gerust moeten laten.

Unia heeft dat niet gedaan en heeft zijn vel gered. Het centrum is bezweken onder druk van Demir en Homans en weet op korte termijn te overleven. Tegelijk heeft het vandaag haar nut, haar relevantie op lange termijn ondergraven, ze heeft als een Petrus haar eigen grondbeginselen verloochend. ‘Die moslim daar, nee, die ken ik niet.’

Mensen met een migratieachtergrond vragen zich nu al af of het vandaag nog wel zin heeft om bij Unia een klacht tegen discriminatie in te dienen. Unia heeft namelijk nauwelijks rechtsmiddelen om die discriminatie aan te tonen, ironisch genoeg omdat de partij die de minister en de staatssecretaris van Gelijke Kansen levert, gekant is tegen praktijktesten – een manier om zwart op wit een bewijs van discriminatie te kunnen leveren.

Het geloof van deze mensen in een (dan nog niet eens politiek onafhankelijke) organisatie die geacht wordt voor hun vrijheid op te komen, heeft er vandaag nog eens zwaar op ingeboet. In deze week hadden ze meer steun verdiend. Deze week namelijk had de politionele macht hen via een racistische whatsapp-groep nog maar eens teleurgesteld, zei een Europese rechter dat ze hun hoofddoek zowat kunnen opbergen op het werk, bleken ze 30 procent minder kans te maken op een jobuitnodiging en werd een filmpje tégen racisme door de minister van Gelijke Kansen aangevallen.

Was het niet om te huilen, je zou er om lachen, maar het is de politieke partij die vandaag een juriste verwijt dat haar standpunten onverenigbaar zouden zijn met haar functie, die precies zelf uitspraken doet die totaal ongepast zijn gezien de rol die ze invult. Theo Francken heeft namelijk nog deze week als staatssecretaris voor Asiel en Migratie in verdekte termen gezegd dat het beter is om vluchtelingen in de Middellandse Zee te laten verdrinken dan ze te redden. Zuhal Demir is ook staatssecretaris voor Armoedebestrijding en zei ooit dat arme mensen pas echt in beweging komen als hun geld op geraakt. Deze vertegenwoordigers van het volk schrijven de ene beledigende tweet na de andere over mensen die betrokken partij zijn binnen hun bevoegdheidsgebied, over wie ze verregaande beslissingen moeten nemen die hun leven aangaan. Precies deze politici gaan nu een juriste de les spellen in bevoegdheidsovertredingen. Op 25 mei komt Donald Trump naar ons land en kunnen grote geesten elkaar ontmoeten. Er worden nu al handjes klam.

Strafpunten in het stemhokje

Politici van allerlei slag hebben de jongste maand uitspraken gedaan waarmee ze groepen mensen beledigen, zonder hun beledigingen met cijfers hard te maken. Dat leidt tot applaus bij de achterban, maar tot woede bij een meerderheid. Het wordt tijd dat we in het stemhokje strafpunten kunnen uitdelen.

Is het een ziekte van onze tijd? Is het onder invloed van Facebook en Twitter dat beleidsmakers zomaar hun gal spuien, boude uitspraken formuleren, niet door feiten gestut? Brussels burgemeester Yvan Majeur (PS) stelt dat ‘de Vlamingen zijn stad komen bevuilen’, in de vorm van hooligans. Kris Peeters (CD&V) zegt als minister van Werk dat we ‘boven onze stand leven’. Jan Jambon (N-VA) beweert dat ‘een significant deel van de moslims’ danste na de aanslagen van 22 maart. Obligaat volgt op zo’n uitspraak dat het niet zo bedoeld was, dat we niemand wilden kwetsen, om er in dezelfde ademstoot/rochel aan toe te voegen dat we er toch geen letter van terugnemen. Afzwakken om politiek te overleven, bevestigen om de achterban te pleasen. Vooral de manier waarop minister Jambon zich in bochten wringt, is aandoenlijk. Het ging ‘niet om honderden moslims’ maar het was wel degelijk ‘significant’. Uhu?…

Een burgemeester of minister mag ‘dingen benoemen’, ja. Hij mag mensen ook wakker schudden als onderdeel van zijn beleid, hij mag een kat een kat noemen. Als hij al gelooft dat een kat onder dwang haar streken afleert – nog niet vaak gezien. Hoe dan ook moet wat een kat lijkt eerst onder de statoscoop.

Het gemak, de decadente nonchalance waarmee cijfers en bewijzen links worden gelaten, waarmee beledigingen gratuit worden geuit, is beleidsmakers onwaardig, is politiek totaal niet correct. De verbolgenheid over de demarche van Jambon was groot, bij oppositie én meerderheid, vooral omdat zijn uitspraak stigmatiserend is. Het was evenwel Emir Kir, burgemeester van Sint-Joost-ten-Node, die de vinger het pijnlijkst op de wonde legde. In vier woorden: “U bent minister, he.” Zo is het. Een minister baseert zijn beleid op analyse, niet op buikgevoel. Om de begroting op een rij te krijgen, schakelt hij het Federaal Planbureau in, het volk verontwaardigen, mag kennelijk op lossere grond.

Peeters, Majeur en Jambon weten donders goed dat een ruim deel van de bevolking hun uitspraken afkeurt. Het hele punt is dat dat er niet toe doet. Met grove uitspraken jaag je misschien zeventig procent van de kiezers tegen je in het harnas, maar je drukt ook dertig procent dichter tegen de borst en dat is ruim genoeg om verkozen te geraken en minister te worden. Niet lang nadat uit een peiling van La Libre en RTBF blijkt dat N-VA zes procent van zijn kiezers verliest, voornamelijk aan het Vlaams Belang, weet Jambon die zes procent weer lekker tegen zich aan te trekken. Al de rest doet er niet toe. Al wie nooit voor hem koos en dat nooit zal doen, is quantité négligeable.

Dat hele achterbanbeleid is zorgwekkend. Wie denkt nog in het algemeen belang, wie zoekt nog naar oplossingen die een maximale groep dienen zonder anderen te schaden? Vandaag kijkt de zeventig procent met lede ogen toe hoe de dertig procent wordt bediend. We staan machteloos.

Het wordt de hoogste tijd dat die zeventig procent instrumenten in handen krijgt om die antipolitiek af te straffen. Een mogelijke oplossing is de ‘antistem’ of ‘tegenstem’. Dat zou inhouden dat je in het stemhokje moet kiezen: een stem voor een persoon of een partij of een stem tegen een persoon of een partij, die dan een stem wordt afgetrokken. Vaak weten burgers niet meer voor wie ze moeten kiezen, maar weten ze heel scherp waar ze absoluut tegen zijn (niet die naïevelingen!, niet die fanatiekelingen!, niet die racisten!,…). Geef hen de kans om te zeggen: dit is een no passaràn.

Ik wil niet stigmatiseren, het voorbeeld is lukraak, maar geef burgers de kans om vandaag Jan Jambon duidelijk te maken dat ze de samenleving die hij voorstaat niet onderschrijven. Zorg dat ze dat niet meer onzichtbaar hoeven te doen, via stemmen voor alle mogelijke andere politici en partijen. In verspreide slagorde bereik je niets.

Een negatieve stem kan dan een stem worden voor een positieve politiek. Een stem voor politici die zich niet permanent op de borst kloppen voor het ‘lef’ om dingen te benoemen ‘die iedereen vindt, maar niemand durft zeggen’ (dat zullen we dan nog wel eens zien). Een stem voor politici die het collectief belang omarmen.

Het saldo aan stemmen minus tegenstemmen wordt dan een graadmeter voor het politiek niveau. Als we dan ook eens de stemplicht afschaffen, krijgt de politiek eindelijk een spiegel voor. Misschien kweken we dan weer staatsmannen in plaats van macho’s. Of komen vrouwen aan de macht.

Behandeld als grote mensen

vrijheid

Het is ik-weet-niet-hoe-lang geleden. Maar vandaag, 7 april 2016, had ik nog eens het gevoel in dit land als grote mens te worden behandeld, als volwassen vent die zijn eigen keuzes kan maken. Minister van Werk Kris Peeters (CD&V) komt met een uitgewerkt voorstel om de 38-urenweek af te schaffen en om overuren cash uit te laten betalen. Stel je voor dat we voortaan nu eens echt tot 45 uur per week kunnen werken (waarom zelfs niet meer?) zonder dat een vakbond ons handje komt vasthouden – of moeten we zeggen: ‘komt strelen’? – en in onze plaats weet te orakelen dat dat niet goed is voor ons welzijn en we een burn-out gaan krijgen. Beeld je in dat ons geen Daens-complex meer wordt aangepraat omdat we toevallig goesting hebben om voor onze boeiende job een tandje bij te steken, om een collega en chef gelukkig te maken en klanten tevreden te stellen. Dat eens simpelweg aanvaard wordt dat wij kicken op eens goed doorvlammen en uren kloppen en dat wij ons met plezier laten ringeloren door die sluwe snoodaards van het patronaat. Met onze knieën op een meetlat slagersvloeren schrobben, onder de dreiging van nare lederen zweepjes. En de chauffage die te laag staat. Kom maar af, spank me! And show me the money.

Met dat geld neem ik op kalme weken een citytrip en drink in the late night bar een cocktail op de gezondheid van alle stervelingen die zogezegd hun rechten niet hebben kunnen verdedigen en aan wie ik mijn midweekvakantie te danken heb. Hoe mooi zou dat zijn? Eindelijk gerechtigheid voor de zelfdenkende, mondige burger, eindelijk tot wasdom verwelkomd. Avondlijk thuiswerk dan toch eens gewoon wettelijk verzekerd voor het geval ik met mijn oog op mijn balpen in slaap val.  Eindelijk bevrijd van schavuiten die hun fans tellen en zonder te checken poneren de rechten te verdedigen van ook al wie niét als angsthaas lidgeld betaalt voor een club die ons tegen wie-weet-ooit-eens-welk ontslag of verlies van verlof op Pinkstermaandag wil beschermen. Wat zou dat goed voelen!

Mijn verbeelding was nog maar net geprikkeld door de heer Peeters, of ik werd zot van glorie door een voorstel van Jong Groen. Die frisse knapen willen mij de kans bieden om een paar goede vrienden gelijk te stellen met erfgenamen in de tweede graad (mijn broer of zus dus). Ronduit fantastisch is dat. Naar hun plan kunnen een vriend en ik dan erfgenaam van elkaar worden en verlof krijgen voor elkaars huwelijksfeest of begrafenis. Doe maar eens heel zot en tel de voorstellen van Kris Peeters en Jong Groen op. Dat zou betekenen dat wij zeggenschap krijgen over werk en vrienden, over wat we de hele dag uitvreten dus en over wie we graag zien. Dat kan toch bijna niet de bedoeling zijn van politiek? Ik die dacht dat ons uitspreken over een brug over ’t Scheld of over een vrijhandelsakkoord met Oekraïne het maximaal haalbare was. Neen, hoor.

Het voorstel van de jonggroenen komt er allicht nooit in de bonusvorm waarin ze het zelf voorstellen en dat zou ook niet goed zijn. Nog wat meer verlof kunnen onze bedrijven niet aan, me dunkt, ‘de concurrentiekloof met de ons omringende landen’, je weet wel. Maar gooi dit prachtige kind niet met het badwater weg en laat mensen kiezen: familie of vrienden. Een oude broer die je talent en speelgoedautootjes achttien jaar wist te kraken, op diens begrafenis hoef je niet te zijn. Het geld van je vader die je even lang misbruikte, hoef je niet te hebben. Geef mensen munitie om zich daarvan te verlossen, zorg dat ze hun verlofdagen en erfenissen zelf moeten kiezen – ruil een familielid voor een vriend – en doe hen loswrikken van de ketens die hen al een volwassen leven lang omknellen. Beloon de vrienden die hun waarden delen, die je met wodka en woorden door je donkerste uren hebben gesleurd, daar in dat putje van de nacht. Het voorstel van Jong Groen kan helend zijn voor hele generaties.

Het sprankelende idee van deze vrije denkers leidde mijn gedachten ook af naar de begrafenis, jaren geleden, van een vriend. Pas een week nadat het uit was met zijn liefje, kwam hij tragisch om het leven. Dat meisje had jarenlang de diepste intimiteit met hem gedeeld, maar liep nu alleen in de begrafenisstoet, ver achter de broers en zussen die elkaar stutten en zonder een arm om haar heen. Want het was toch ‘uit’, dus viel de jongedame ook uit de familie, die altijd voorop loopt. Je reinste eenzaamheid, opgedrongen door kaders en rituelen.

Ironisch genoeg zullen Kris Peeters en Jong Groen nooit elkaars ontketenende plannen verdedigen. Ik zie de groenen niet meteen een voorstel steunen dat werkgevers ademruimte geeft en vakbonden enigszins kan verontrusten. Daarvoor schurken ze te dicht tegen de socialisten aan en zien ze te weinig in dat ze eigenlijk een modern, hoogopgeleid en kritisch kiespubliek dienen dat beslist voor zichzelf weet te zorgen, vooral voor de staat naar Brussel treint en alles wat staking heet fors beu is. Evenmin zie ik de christendemocraten plots gewillig de hoeksteen van de samenleving onderuit halen en een dikke maat of een ex-lief waarmee je nog knuffelt, met je moeder gelijkstellen.

Toch dienen beide partijen met deze voorstellen dezelfde burgers. Zij die willen gaan waar ze willen en staan waarvoor ze staan. Zij die bewuste keuzes maken, wars van tradities. Zij die naar eigen wens hun loopbaan willen vormgeven. Zij die geen paperassen willen invullen voor elk klein recht. Zij die van job zouden veranderen als hun fiets gratis op de trein kon. Zij die wel geld zien zitten in plaats van een bedrijfswagen. Geef ons politici die alles in het werk stellen om ons vrijheid in plaats van veiligheid te garanderen. Die alles geven om ons voor altijd gerust te laten.

De Wever, vanop links bekeken

de wever links(foto: http://www.vandaag.be)

De Wever heeft op Reyers Laat van woensdag 7 januari 2015 gezegd dat hij de gebeurtenissen in Parijs verschrikkelijk vindt voor de vele mensen die goedhartig de islam beleven. Hij heeft niet van aanslagen in naam van een religie gesproken, maar van aanslagen in naam van een ideologie en hij maakte de kijker erop attent dat dat ook gebeurt binnen andere ideologieën. Hij heeft geen geloofsgroep of minderheid beledigd noch veralgemeend en is hard geweest voor misbruikers van het geloof. Hij vreest dat deze aanslag niet het einde is en stelt scherpe maatregelen voor om erger te voorkomen. Tot zover niets mis mee.

Bart De Wever deed wel een bedenkelijke uitspraak over ‘allianties tussen de PVDA en radicale moslims’. Dat lijkt me nogal onwaarschijnlijk en ik vind dat hij bij zulke uitspraak man en paard moet noemen.  We zien in televisiedebatten, ook die van Terzake en Reyers Laat, al te vaak dat De Wever spitante uitspraken mag doen zonder dat hij daarbij bewijzen op tafel moet leggen, het wordt hem te gemakkelijk gemaakt. Misschien is hij te snel en te slim.

Maar tot daar aan toe. De Wever heeft verder nergens gezegd dat de islam een verwerpelijke godsdienst is die het kwaad in zich draagt, dat kan je hem niet aanwrijven. Hij mag gerust zeggen dat die godsdienst dominant zou kunnen worden, zolang hij die individuele gelovige niet aanvalt en hem de vrijheid geeft zijn geloof uit te oefenen.

Eenzijdig discours

De kritiek die je op Bart De Wever kan geven, zit niet zozeer in vermeende veralgemeningen of racisme. Die zit in het discours dat hij kiest. Naast N-VA-voorzitter is hij ook burgemeester van Antwerpen. En van een burgemeester of verantwoordelijke voor een politiek beleid verwacht ik staatsmanschap. Dat staatsmanschap vereist dat je naar de behoeften van alle Antwerpenaren luistert en dat doet De Wever helemaal niet.

Hij is dit uitgebreid debat in Reyers Laat begonnen door zijn bezorgdheid uit te drukken over mogelijke aanslagen in zijn stad, omdat die de grootste joodse gemeenschap herbergt van Europa. Antwerpen is het ‘Jeruzalem van het Noorden’, zegt hij. Hij drukt nergens zijn bezorgdheid uit over mogelijke represailles voor de Charlie Hebdo-aanslag op islamitische gebedshuizen. Vlijtig is hij anders wel om de moslims op te roepen zich van het geweld van Islamitische Staat te distantiëren. Bij mijn weten heeft hij de joodse gemeenschap nooit opgeroepen zich te distantiëren van de door de Verenigde Naties aangeklaagde terreur van Israël op Gaza. Om maar één voorbeeld te noemen. De burgemeester is overigens gespot als spreker op een feest van een pro-Israëlische organisatie in Antwerpen, maar op het Offerfeest zien we hem niet.

De Wever sprak over repressie en harde aanpak van deze extremisten “waarmee niet meer te praten valt”. Maar het gaat niet om praten met extremisten, maar met al wie vatbaar is voor hun ideeën.  De Wever had zich groots kunnen tonen in een poging inzicht te krijgen in de drijfveren van deze terroristen. Hoe komt een weldenkend mens zo ver dat hij tekenaars gaat uitmoorden? Arabiste Annabell Van den Berghe is die jihadisten gaan opzoeken en kwam tot een antwoord: deze mensen voelen zich in het westen buiten de maatschappij gezet, ongeacht hun socio-economische positie. Dààr moet iets aan gedaan worden. Meer agenten inzetten is goed voor de veiligheid, maar ondertussen flakkert de woede van sommige moslimjongeren in stille huiskamers op.

Stigmatisering

Bart De Wever roept die woede mee op en dat is onvergeeflijk voor de burgemeester van een multiculturele stad als Antwerpen. Precies een jaar geleden, kort na Nieuwjaar, ging hij met de politie op patrouille en hij hoorde Arabische muziek klinken. Zijn commentaar: “Dat was toch wel even schrikken met de recente bomaanslagen in gedachten.” Dat is veralgemening en stigmatisering waar vele mensen en jongeren heel erg boos en verdrietig van worden.

Wanneer een partijgenoot de economische meerwaarde van Marokkanen, Algerijnen en Congolezen in vraag stelt – hoe duidelijk racistisch kan je eigenlijk zijn? -, wijst De Wever hem niet terecht, maar hangt hij een verhaal op over ons migratiemodel. Een andere partijgenoot stelde dat mensen die van een uitkering leven minderwaardig zijn. De Wever geeft geen krimp. Nog een ander lid van zijn club liet als schepen van Sociale Zaken geen kans voorbijgaan om te benadrukken dat racisme relatief is, zonder met een plan te komen dat het werkelijke racisme aanpakt. Een vierde kameraad noemt nachtwinkels, bijna uitsluitend uitgebaat door mensen met een migratieachtergrond, ‘imagoverlagend’ en legt de uitbaters een taks op van liefst 1500 euro per jaar. Dat is niet alleen pure willekeur op basis van persoonlijke smaak en dus grove discriminatie, maar het werkt ook nog eens stigmatiserend en veralgemenend (“er zijn een aantal malafide uitbaters bij” – wie wel, wie niet?). Waar moeten deze mensen een andere job vinden? In Syrië?

Trekt uwe plan

In Antwerpen leven 1 op 4 kinderen in armoede (tegenover 1 op 10 in Vlaanderen). Is dat geen punt waard in dit debat? In België (en Vlaanderen) is de kloof in de tewerkstelling van allochtone en autochtone burgers de grootste van heel Europa. Personen met een migratieachtergrond vinden ook nergens zo moeilijk een job als in ons land. Daarnaast beëindigt 30 procent van de jongens en 25 procent van de meisjes met een migratieachtergrond zijn middelbare school zonder diploma, tegenover 7 en 5 procent bij de gemiddelde Vlaamse jongens en meisjes.

Wie voor dit alles verklaringen zoekt in ‘de andere cultuur’, doet de waarheid schromelijk tekort. Ik deed zelf onderzoek naar discriminatie op de woningmarkt en stelde vast dat een Saïd meer dan 4 op 10 keer minder enthousiast (of helemaal niet) wordt onthaald dan een Johan. En er zijn tal van parallelle onderzoeken die dezelfde trend bevestigen. De arbeidsmarkt is in hetzelfde bedje ziek. Het Minderhedenforum publiceert binnenkort de resultaten van een onderzoek naar discriminatie in de sector van de dienstencheques en ook die lijken veelzeggend te worden. Waar blijft hier de ‘harde repressie’, mijnheer de burgemeester? En is al wie roept dat ‘die allochtonen’ ‘ook eens mogen werken’ of ‘in getto’s leven’, ook bereid ze een job of een appartement in een mooiere wijk aan te bieden? Uit de Vlaamse Regionale Indicatoren 2014 van de Studiedienst van de Vlaamse Regering blijkt dat 38 procent geen vertrouwen heeft in personen met een migratieachtergrond.

In de communicatie van Bart De Wever is voor al deze problematieken geen aandacht en moet vooral ‘de moslimgemeenschap’ zijn verantwoordelijkheid nemen.

Buiten de club

Bart De Wever trekt de kaart van de repressie en wijst ‘de moslimgemeenschap’ op haar verantwoordelijkheid. Hij verliest dat recht wanneer hij zelf mensen stigmatiseert en stigmatisering en racisme wegwuift en wanneer hij niet luistert naar een deel van zijn burgers en de enorme problemen waarmee zij vandaag kampen. Hij maakt zichzelf helemaal onmogelijk als hij de Belgische nationaliteit van Syriëstrijders wil gaan beroven en zegt dat terroristen mogen oprotten en niet meer welkom zijn in zijn stad of land. Dat is niet meer stigmatisering, maar overduidelijke uitsluiting, want deze Belgen moet berecht worden volgens het Belgische recht. Met een dergelijke uitspraak zeg je dat mensen van een andere origine nooit echt helemaal bij de club horen. ‘All men are equal, but some are more equal than others.’ Deze is niet van Voltaire, maar van George Orwell.

Lees ook De Wever, vanop rechts bekeken.

Bekijk ook de uitzending van Reyers Laat.

De Wever, vanop rechts bekeken

de wever rechts (foto: http://www.knack.be)

“Onze westerse samenleving kent geen metafysica meer, is ontwaard, enkel de wetten van de markt tellen nog. Ze is een lege doos. God heeft Europa verlaten, is enkel nog een ceremoniemeester op doopsels en begrafenissen. Als Allah dan binnenkomt, met een pakket normen en waarden, dan is dat heel confronterend. De idee dat hij die lege doos dan wel eens zou kunnen opvullen, is prikkelend voor velen. De Romeinen dachten ook nooit dat het christendom Europa zou overspoelen, maar het is wel gebeurd, he.”

De overname

In een debat rond de gruwelijke aanslag op Charlie Hebdo stelt N-VA-voorzitter Bart De Wever in Reyers Laat dat een doorbraak van de islam in onze samenleving op zijn minst denkbaar is. “Het zou wel eens kunnen dat andere software op onze hardware gaat draaien.” Het is dan ook zijn recht om dat

beeld onprettig te vinden, om voorstander te zijn van een samenleving waarin religie niet meer de bovenhand neemt, zoals dat eerder wel gebeurde onder het katholicisme. Of zoveel burgers onder dat katholiek geloof gelukkiger zijn geworden, mag je terecht betwijfelen. Jaren en decennia is die plak en wasem in lijf en leden blijven steken. Zo sterk dat de slinger naar de andere kant is doorgeslagen en in ons waardenpakket enkel nog januarisolden steken.

Maar zelfs dat consumerisme roept bij mij geen heimwee op naar tijden die me bespaard zijn gebleven. Ik zit niet te wachten op de dag dat een ander geloof het overneemt en mijn vrij denken beklemt. Ik heb geen idee of het ooit zo ver komt, maar van het tegendeel zijn we ook niet zeker. De feiten zijn er: in Antwerpen worden er sinds enkele jaren meer personen met een migratieachtergrond geboren dan autochtone Belgen. Velen van hen zijn moslim, de toekomst zal uitwijzen of ook hun geloof op een dag dominant kan worden in deze stad of dit land.

De Wever mag zijn gedachten hier dan ook de vrije loop laten. Het is een platitude om hem daarom een populist, een bangmaker, een volksmenner te noemen. Kritische stemmen in de media, verstandige mensen die ik ken en liefheb, noemen deze analyse ‘praat van het Vlaams Belang’ en linken ze met racisme. Dat is helemaal verkeerd. Vaststellingen, voorspellingen en vrees voor de toekomst hebben niets met racisme te maken. Als vrij denken over hoe de toekomst er gaat uitzien niet meer kan zonder voor racist te worden uitgescholden, dan delven we de Verlichting in een put. Ik denk niet dat daarvoor tekenaars zijn gestorven. Bart De Wever heeft in dit fel bekritiseerde debat op Reyers Laat nergens gezegd dat de islam in de kern verkeerd is en moet worden ingeperkt of afgeschaft. Dàt is wat Vlaams Belang en Geert Wilders of Marine Le Pen wel zeggen.

Ik zie het scenario van Houellebecq en De Wever niet als onmogelijk en het is een scenario waarvan ik huiver. Niet omdat het om islam gaat, maar om geloof. Ik ben de eerste om de individuele rechten van moslims te verdedigen, omdat ik de rechten van mensen verdedig. Maar ik kijk verre van uit naar de dag waarop geloof weer massaal nieuw geboren kopjes vult voor die zelf aan het denken slaan. ‘Ik ben zeker geen voorstander van uw overtuiging, maar ik zal ze me met mijn leven verdedigen’, om Voltaire (of wie was het eigenlijk?) te parafraseren. Je suis Jef, zeg maar.

Uit de islam

Dat binnen een groeiende groep gelovigen altijd een marginaal deel de boel verziekt, is een statistisch gegeven. Gevaarlijke gekken zijn er bij de scouts, werkgeversorganisaties en vakbonden, milieuactivisten, christenen. En dus ook bij moslims. Dat je de terroristen die in Parijs toesloegen niet gelovig kan noemen, onderschrijf ik volledig, maar ze hebben wel gehandeld in naam van het geloof en zegden als martelaars te willen sterven. In een grote groep zitten altijd rotzakken. Ten eerste.

Ten tweede kan misbruik van geloof of ideologie alleen als er geloof of ideologie is. Zonder planken kan je een kast niet slecht in elkaar steken. “Dat radicalisme staat niet los van de religie”, zegt De Wever. Dat is natuurlijk gewoon waar. Terreur heeft niets met geloof te maken, maar het is er in dit geval wel uit afgeleid. Vooraanstaande figuren in de islam, maar ook gewone belijdende moslims, doen er daarom niet slecht aan – voor zichzelf en hun geloof – om heel duidelijk uit te spreken dat deze Franse kapoenen niets te maken hebben met de vredelievende (en overigens diervriendelijke) godsdienst die de islam is, dat de instrumenten verkeerd gebruikt zijn. Sterker nog, dat ze zelfs instrumenten uit een andere doos zijn gaan halen.

Trots overwinnen

Die vraag ligt bij westerse moslims echter gevoelig en in een bepaald opzicht is dat begrijpelijk. Minderheden worden al voortdurend (en vaak onterecht), in media en mensbeeld, met agressie en criminaliteit in verband gebracht. In de vraag dat ze zich zouden distantiëren zit een suggestie verscholen. De suggestie dat hun geloof ook maar een sikkepit met die horror in Parijse straten zou kunnen te maken hebben. In die suggestie willen deze moslims niet meestappen.

Tegelijk is die weigering toch o zo vermoeiend. Een journalist vroeg deze week aan verscheidene moslims om een foto van zichzelf te nemen terwijl ze een geschreven boodschap over de aanval op Charlie Hebdo in beeld houden. Verschillenden onder hen weigerden dit omdat zij zich ‘niet aangesproken voelen’. De reflex van die reporter is nochtans zuivere journalistiek: ‘de daders zijn moslims, dus hoe zou een moslim zich daarbij voelen?’ Helaas is een deel van het kamp verkrampt en weigert het te spreken. Blanco-stemmers, Bear Grillsen. Ik zou zeggen: verman jezelf en grijp die kans. Lever je trots in en reik een hand. Een groot deel van de wereldbevolking lijkt je anders nooit te zullen begrijpen.

Soms krijg je als niet-gelovige blanke Vlaming de indruk niet meer goed te kunnen doen. Bewezen discriminatie in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, hebben de zenuwen bij moslims en niet-gelovige Marokkaanse Belgen zo gespannen doen staan, dat elk fruitvliegje in dat web van frustraties een trilling geeft. Ook als je het allemaal goed bedoelt, moet je zien wat je zegt. Het is soms op de tippen lopen.

Bart De Wever zei in Reyers Laat dat hij vreest dat van deze aanslag de moslims het grootste slachtoffer zullen worden. Een pientere stem zegt daarover op zijn blog dat de moslims pas slachtoffer worden als we daar zelf voor kiezen, als we hen brandmerken voor de daden van andere ‘moslims’ (wat de terroristen niet zijn – ik ben voorzichtig) en dat de verdachtmaking begint met een dergelijke uitspraak. Een terechte opmerking, maar kan het ook zijn dat De Wever gewoon voelde aankomen dat moslims en moskees zouden worden aangevallen? Het is alleszins niet dóór die uitspraak dat de represailles in Frankrijk van start gingen. Zoeken we het soms niet wat te ver? Vandaag hield De Wever als burgemeester van Antwerpen een persconferentie met een imam, een rabbijn en een bisschop. Lees ik op Facebook: ‘Waar zijn de boeddhisten, vrijzinnigen, atheïsten, pinksterbewegingen, de hindus en so on?’. Zucht. Wanneer zal het voldoende zijn?

Ingrijpen

Van een geloof koop je geen lidkaart en het speelt zich niet in een stadion af. ‘De moslimgemeenschap’ heeft dan ook niet in de hand wat een reeks potentaten uitsteekt. Bovendien is de islam minder hiërarchisch georganiseerd dan het christendom en valt er dus niet één enkele spreekbuis aan te duiden. Toch mag een burgemeester van Antwerpen die aanslagen vreest die uit de marge van een geloof voortkomen, vragen om een krachtig signaal vanuit deze gemeenschap. Islamgeleerden hebben een mentaal gezag en kunnen invloed uitoefenen. Zij doen dat vandaag al veelvuldig, Bart De Wever heeft het recht om om meer te vragen.

Hij mag zich ook uitspreken voor legereenheden op straat. Hij is een rechtse politicus die van mening is dat de harde hand aanslagen en doden kan voorkomen. Iedereen is vrij om daar meer of minder geloof aan te hechten, maar racistisch is dat alvast niet.

De Wever heeft op Reyers Laat van woensdag 7 januari 2015 gezegd dat hij de gebeurtenissen verschrikkelijk vindt voor de vele mensen die goedhartig de islam beleven. Hij heeft niet van aanslagen in naam van een religie gesproken, maar van aanslagen in naam van een ideologie en hij maakte de kijker erop attent dat dat ook gebeurt binnen andere ideologieën. Hij heeft geen geloofsgroep of minderheid beledigd noch heeft hij veralgemeend en hij is hard geweest voor misbruikers van het geloof. Hij vreest dat deze aanslag niet het einde is en stelt scherpe maatregelen voor om erger te voorkomen. Tot zover niets mis mee.

Lees ook De Wever, vanop links bekeken.

Bekijk de uitzending van Reyers Laat.

Liesbeth Homans denkt in rassen

Liesbeth Homans

Antwerps schepen van Sociale Zaken en Diversiteit Liesbeth Homans (N-VA) zegt in een open brief mee te voelen met de slachtoffers van racisme in haar stad, maar in hoe ze denkt en schrijft, blijkt alleen maar dat ze zelf in rassen en categorieën van mensen denkt. En vooral: dat ze niet luistert.

Het racismedebat laaide begin dit jaar weer op. Op oudejaarsnacht werd een twintiger in Molenbeek zonder enige reden in de rug geschoten door enkele mannen ‘die een vreemde taal spraken’, zo had het slachtoffer gehoord. De identiteit of nationaliteit van de voortvluchtige daders is nog altijd niet gekend, maar het gesprek in Reyers Laat over het ‘Brusselse probleem’ ging meteen over allochtonen en Marokkanen. De tv-gasten mogen natuurlijk hun mening zeggen en ongezouten. Ik verwacht van de VRT wel een evenwichtige samenstelling van sprekers en tegengestelde opinies over zulk complex thema – ik zag geen straathoekwerker of vluchteling, wel een strafpleiter, een slachtoffer van geweld en een kunstenaar die van zichzelf zegt voor te staan op andere mensen. Niet echt specialisten. Van een journalist-debatmoderator verwacht ik dan weer een kritische vraag of een bijsturing als een gesprek één kant opgaat. (bekijk ook de zeer pientere montage van Orlando Verde, die de verwrongen beeldvorming blootlegt in deze aflevering van Reyers Laat)

Eén van de gasten was journalist Riadh Bahri, zelf van Marokkaanse origine. Hij schreef voor De Standaard ook een interessant opiniestuk waarin de overvallen en agressie en het verbaal geweld waarmee hij in Brussel te maken heeft gehad, bijna altijd van ‘kut-Marokkanen’ en allochtonen komen. Hij zegt zich er slecht bij te voelen intussen zelf bevooroordeeld te denken en deze termen te gebruiken. Ik zeg alleen maar dat het dapper is dat hij voor zijn mening opkomt. Het is niet aan Riadh Bahri om alle nuances in het debat te noemen. Hij zegt wat hij voelt, als Brusselaar en Marokkaanse Belg.

Even verademend was de reactie van Samira Azabar, op de website van Kif Kif. Zij is onder meer gekend van haar engagement voor Boeh! (Baas over eigen hoofd), het actieplatform tegen het Antwerpse hoofddoekenverbod. Azabar hernam bijna letterlijk het stuk van Bahri, maar verving de voorbeelden van crimineel gedrag door voorbeelden van racisme waarmee zij te maken had. Hoe ze van een terrasje weg moest omdat ze met haar hoofddoek de klanten wegjoeg, hoe ze werd aangevallen omdat ze moslima is, hoe ze gevraagd werd of ze terrorisme onderschrijft omdat ze de Koran leest. Het is niet aan Samira Azabar om alle nuances in het debat te noemen. Ze zegt wat ze voelt, als Antwerpenaar en Marokkaanse Belg.

En dan is er Liesbeth Homans. Ze schrijft een open brief aan Samira die haar een hart onder de riem zou moeten steken. Ik denk dat Samira zich allesbehalve gehoord voelt. Homans erkent op geen enkel moment dat racisme zomaar op zich kan bestaan of te maken kan hebben met angst voor het vreemde, met bescherming van het eigen goed, met foute associaties tussen hoofddoeken en onbehoorlijk bestuur aan het loket, ingegeven door het hoofddoekenverbod. Met beeldvorming over Arabische schurken in Amerikaanse tv-series of over Marokkaanse Brusselaars, door strafpleiters en slachtoffers van criminaliteit in Reyers Laat. Met noem maar op.

Neen, Homans bepleit als schepen van Diversiteit een enkelvoudige oplossing. Homans gaat “de potgrond van het racisme wegnemen”, het “bij de wortel aanpakken” en die wortel en die potgrond zijn voor haar maar één ding: de criminaliteit en het verbaal geweld van de allochtoon, of toch minstens zijn lamzakkerij, zijn weigering een job aan te pakken: “mensen hebben de plicht om kansen met twee handen te grijpen en zichzelf een beter leven te garanderen”. Uit een onderzoek dat ik voor MO Magazine deed, blijkt wel dat je op de woningmarkt met een Marokkaanse naam in één op twee gevallen de duimen moeten leggen tegen een kandidaat-huurder met Vlaamse naam. Liesbeth Homans gaat er aan voorbij.

Homans zegt Samira’s voorbeelden van racisme te betreuren, maar haar directe associatie tussen criminaliteit en allochtonen, zonder enige nuance, zonder verklarende tussenfactoren, zonder andere oorzaken van racisme te erkennen, is net de kortsluiting in het brein die racisme doet ontstaan: het ligt namelijk aan de Marokkaan. Hij moet de potgrond wegwerken, alleen hij moet de wortel uittrekken en niemand anders heeft blubber aan de handen. De stad is zo ‘lief’ hem daarbij te helpen. Dan wel niet door zijn armoede en achterstelling aan te pakken, maar gewoon door kansen te bieden. Voor N-VA’er Homans zijn dat lessen Nederlands, inburgeringstrajecten en jobopleidingen. Dat iemands armpjes te kort zijn om een kans te grijpen, is zijn probleem. Ook als die armpjes gebonden worden. Moet een Marokkaanse Belg, geboren op het Kiel, lessen Nederlands leren om proactief racisme tegen te gaan en zijn kansen te vrijwaren? Kan hij dat niet al? Is anoniem solliciteren geen kortere weg?

Het verband tussen criminaliteit en nationaliteit of origine kan je lezen in politiestatistieken, racisme ligt niet aan dat verband zelf. Een Marokkaan met een beetje opleiding zal dat verband ook meteen erkennen, dat Samira daarvoor een brief moet krijgen van de schepen is beledigend en kleinerend. Samira Azabar is geen schoolmeisje.

Het racisme ligt dus niet in dat verband, maar in de verklaring van dat verband, of liever: de weigering om er een verklaring voor te zoeken die verder gaat dan de origine zelf. En dat weigert dus Liesbeth Homans. Racisme ligt ten tweede in de veralgemening van een kenmerk tot elk ‘lid’ van een bevolkingsgroep. Ook daar gaat Homans zelf in de fout. Ze schrijft letterlijk dat racisme “een schild” is “waarachter mensen zich kunnen wentelen in een slachtofferrol” en dat ze het gebruiken “als een excuus om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen”. Hoe ontloopt Samira Azabar dan precies haar verantwoordelijkheid? Wentelt zij zich in een slachtofferrol? Mevrouw Homans heeft het allicht niet op haar bedoeld, want zij is ‘een goei’. Maar ze heeft haar noodkreet niet gehoord. Ze heeft niet geluisterd. Aan haar verkrachte dochter heeft ze gezegd dat, misschien, haar rokje te kort was.

Het categorisch denken van Homans vertaalt zich in een paar andere subtiliteiten in haar brief. Ze spreekt over een liefde voor haar stad ‘die ik heb geërfd en jij je eigen hebt gemaakt’. Ze zegt dat dat niet uitmaakt, maar waarom vermeldt ze dan het onderscheid? Toch even de ‘nieuwkomer’ op zijn plaats zetten, de pikorde herstellen? En erger: Samira is hier geboren, heeft die liefde dus evengoed geërfd. Niet willen kennen, niet willen weten. Geen ontmoeting met een mens.

De schepen spreekt ook over “leefloners die niet in staat zijn Nederlands te spreken en die een overgrote vertegenwoordiging vormen in sociale woningen, vaak ten koste van senioren die een leven lang hebben bijgedragen”. Ze suggereert dus dat de allochtonen een voorkeursbehandeling krijgen en bovendien niet zouden hebben bijgedragen. Gratuit, zonder bewijzen, maar het gaat er bij een groot publiek als zoete koek in. Allemaal profiteurs.

“Want belangrijker dan wat racisme is, is wat het niet is: een excuus om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.” Veel erger dus dan dat velen worden uitgesloten, is dat enkelen van hen profiteren van de samenleving, aldus Homans. Jammer van de doodschop, maar o wee de schwalbe! De neoliberaal heeft een keuze gemaakt. De neoliberaal gelooft dat iedereen kansen kan grijpen, als hij maar zijn best doet. De neoliberaal is schepen van Diversiteit en Sociale Zaken en OCMW-voorzitter van de tweede grootste stad van Vlaanderen.

Lees hier de open brief van Liesbeth Homans.

Het gaat hooguit om verkrachting

schoolMoslims kunnen er niet tegen dat een kleuterjuf in de onderbroek van hun kind zit, omdat ze ‘andere normen en waarden hebben’. Hun woede komt niet voort uit de zorg om hun dierbaren, maar is ‘gericht tegen het systeem’. Dat zou je gaan denken als je deze week de Vlaamse media volgde. Als straks het groot verlof begint, onthouden we uit de gebeurtenissen rond basisschool De Blokkendoos dat op het Antwerpse Kiel veel hysterische fanatiekelingen wonen die zich buiten de samenleving voelen gezet, niet dat er mogelijk kleuters werden verkracht. Dit geheel verwrongen beeld is de regelrechte schuld van de pers en wekt zoveel woede op dat bezorgde moslimouders straks hysterische fanatiekelingen worden die zich buiten de samenleving voelen gezet. Wat moest bewezen worden. De media hebben altijd gelijk, als je maar lang genoeg wacht.

Waarover gaat het? Een 23-jarige kleuterjuf van concentratieschool De Blokkendoos wordt verdacht van seksuele daden tegen kinderen uit haar klasje. Een moeder diende begin deze week een klacht in bij het politiekantoor nadat haar zoontje plots ongepaste seksuele handelingen bij haar verrichtte. Na doorvragen vertelde de kleine over de schooljuf. Dat nieuws verspreidde zich snel en ook vijf andere kinderen gingen aan het praten over seksueel grensoverschrijdend gedrag van de juf. Het CLB en het Stedelijk Onderwijs Antwerpen spreken van ‘verontrustende signalen’. Intussen loopt een onderzoek tegen de vrouw, maar zij werd niet door de school geschorst. Dat leidde tot woede, verbale agressie en naar verluidt een doodsbedreiging aan het adres van de directie. Schepen van Onderwijs Claude Marinower (Open Vld) heeft daarop beslist de school voor de rest van het schooljaar te sluiten. Volgens een poll op de website van Gazet van Antwerpen is 59 procent tegen die beslissing gekant.

De berichtgeving over deze hele affaire is suggestief en schadelijk. In een reportage van Terzake zien we angstige en ook woedende ouders. De journaliste heeft voor die woede een nattevingerverklaring: ‘op het Kiel wonen veel allochtonen, vaak met andere waarden en normen, ook wat seksualiteit betreft’. Dus die moslimouders doen flauw en moeten dimmen? Hoeveel gefriemel is toegelaten naar Vlaamse normen en waarden? Ook Wim Van Rompu van het CLB Antwerpen mag in de reportage zeggen dat er ‘culturele verschillen zijn tussen de westerse beleving over normale seksuele ontwikkeling en de beleving daarvan bij de bewoners op het Kiel’. Frank Noten van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen spreekt in afstandelijke taal over ‘de feiten an sich’ versus ‘maatschappelijke issues, zal ik maar zeggen’. Lees: die ouders zijn overdreven kwaad omdat ze zich uitgesloten voelen. Ironisch genoeg voelen ze zich uitgesloten door dit soort opinies en verslaggeving. Niets erger dan betutteling en versmachting, dan ‘stilletjes maar, je voelt je wat slecht in je vel, het is zo erg niet’. Van kwaad word je woest als je geaaid wordt.

Kathleen Cools en haar gast Claude Marinower gingen gretig mee in het kansengroepengekakel en nergens kwam de logische vraag ‘zouden niet alle ouders boos zijn?’. De schepen sprak over de emotionele ravage bij het schoolteam, over cultuurverschillen en heethoofden. Het thema kindermisbruik op scholen en hoe dat te bestrijden, was op geen moment het onderwerp. De VRT ging overigens ook op een andere manier over de schreef. In de reportage komt namelijk een vader met zijn zoon op de arm doodleuk vertellen dat de jongen misbruikt werd. Die beelden gebruiken is deontologisch zeer bedenkelijk.

Farouk Özgunes stapte ook gretig in het conflictmodel en sprak voor VTM over ‘het protest van moslimmoeders’ waar ‘de consul van Marokko zich zelfs mee kwam bemoeien’ en wist dat de zaak ‘tot in Marokko leeft’ – hoe werd niet gezegd. Er kwamen zelfs ‘ouders van kinderen die niet eens hier wonen’ protesteren (solidariteit?) en er was ‘een hetze’ ontstaan tegen de juf en de directie. Hetze betekent volgens het woordenboek ‘gestook, klopjacht, campagne om haat op te wekken’. Op Radio 1 sprak Jan Hautekiet van een massahysterie.

Gazet van Antwerpen opende een discussieforum. Niet over kindermisbruik op scholen, zoals u misschien vermoedt. Neen, de krant meent te weten dat “de heisa (wat ‘gedoe’ betekent) ook haarscherp de kloof blootlegde tussen de allochtone gemeenschap en alles wat naar het ‘witte establishment’ ruikt: onderwijs, politie, parket, pers en politiek” en daar mogen alle lezers hun mening eens over geven.

De stadskrant reist van Meir naar Mekka, maar is nog niet voorbij het Zuid. Journalist Dennis Van Damme spreekt van een angstpsychose, daar op het Kiel zijn ze kennelijk rijp voor het gasthuis. Hij zegt dat ‘de bewijslast tegen de betrokken leerkracht ondertussen niet groot lijkt’ en haalt ‘een anonieme bron dicht bij het onderzoek’ aan die ‘de klagende moeder’ in diskrediet brengt, maar kan de waarachtigheid van die bron niet aantonen. Een journalist moet meer zijn dan een doorgeefluik. In een doktersattest van de betreffende kleuter, dat Van Damme kon inkijken, ‘staan geen harde bewijzen van misbruik’. Hij citeert wel uit het verslag: “Het kind is bang tijdens het onderzoek en wil zijn ondergoed niet uit doen, terwijl hij voordien net wel graag werd onderzocht. Er zijn tekenen van psychische traumatische toestand. Hij is stil en teruggetrokken. Momenteel zijn er ter hoogte van de benen verschillende echymosen (blauwe plekken, red.). Ter hoogte van de poep is er roodheid te bemerken. Hij heeft hier ook wat pijn. Doorverwijzing naar kinderpsycholoog noodzakelijk indien psychische toestand aanhoudt.” Maar er zat dus geen krijtje in zijn broek.

Politiek commentator Lex Molenaar looft Marinower om zijn beslissing de school te sluiten. Hoe de werkende ouders hun kinderen moeten opvangen, is niet meteen duidelijk. Molenaar vindt de heethoofden die de situatie misbruiken ronduit ergerlijk.

Mijn hoofd gloeit alvast van zijn krant en van het nieuws te volgen. In geen artikel of reportage hoorde ik de betrokken ouders hun beklag doen over discriminatie en uitsluiting. Ik hoorde ze geen ouderwetse uitspraken doen over seksualiteit. Ik zag en hoorde bange, kwade en ongeruste ouders met misschien wat zuiders temperament en sommige die te ver gaan, ook met hun kinderen erbij. Maar hun frustratie was gericht op de school, niet op de gehele maatschappij. Ik zag verder ouders die niet langer dan een volzin in beeld waren. Ouders waarover in de archieven een mening klaarlag.

Het venijn Camps is terug

Mensen die oud worden of terugkeren na een zware ziekte worden milder. Dat hoor je wel eens zeggen. Niet zo voor Hugo Camps, die weet de dood in de ogen te hebben gekeken. Arme hij. De huiscolumnist van De Morgen was drie maanden buiten strijd door ernstige complicaties na een routineoperatie in de buik en kroop door het oog van de naald. Dan verwacht je weemoed, nederigheid, maar Camps liet darmetter inpakken voor komt nog eens van pas. Spoot het afgelopen zaterdag recht in het gezicht van een jonge politica. In de eerste regels van zijn eerste column na lange tijd. Dat had hij wel verdiend, het jongetje dat weer buiten mag. Puberpus. Rotstreek. Schrijft zelf liefst in éénwoordzinnen. Daar krijg je geen spatie tussen, daarin weerspiegelt geen wederwoord.

“In het gezicht van Gwendolyn Rutten ligt een scherpte die doet denken aan een snavel. Eén snok en iedereen slaat op de vlucht. Terwijl haar ogen dreigend blijven lachen. Schijn en wezen: het duurt even voor je er bij de Open Vld-voorzitter achter bent.” De Morgen schrapt het woord allochtoon omdat ze mensen op hun merites wil beoordelen, maar omarmt met veel egards een nukkig mannetje dat mensen afrekent op hun uiterlijk. Erger: die selectief naar gelaatstrekken zoekt die passen bij door hem bevroede karaktertrekken. Voor dubbelchecken niet betaald, zolang de meerderheid maar gniffelt. Is Gwendolyn die dag op het werk geraakt of dacht ze aan haar snavel? Camps is een pestkop. Doodkistnagelaar. Grafzerkkerver.

Jaar en dag zeurt Hugo Camps over grijze politici die van elkaar niet te onderscheiden zijn. Maar steekt een jongedame haar nek uit in een vastgeroest en hoogdringend dossier, dan is ze ‘diepblauw’ en ‘vorige-eeuws’, zonder dat haar argumenten nog maar overwogen worden. Niet gehinderd door inhoudelijke kennis hakt iemand haar kop af. Je oogst wat je maait. Camps is terug? Voorpaginavervuiling. Incrowdnieuws.