De Wever, vanop rechts bekeken

de wever rechts (foto: http://www.knack.be)

“Onze westerse samenleving kent geen metafysica meer, is ontwaard, enkel de wetten van de markt tellen nog. Ze is een lege doos. God heeft Europa verlaten, is enkel nog een ceremoniemeester op doopsels en begrafenissen. Als Allah dan binnenkomt, met een pakket normen en waarden, dan is dat heel confronterend. De idee dat hij die lege doos dan wel eens zou kunnen opvullen, is prikkelend voor velen. De Romeinen dachten ook nooit dat het christendom Europa zou overspoelen, maar het is wel gebeurd, he.”

De overname

In een debat rond de gruwelijke aanslag op Charlie Hebdo stelt N-VA-voorzitter Bart De Wever in Reyers Laat dat een doorbraak van de islam in onze samenleving op zijn minst denkbaar is. “Het zou wel eens kunnen dat andere software op onze hardware gaat draaien.” Het is dan ook zijn recht om dat

beeld onprettig te vinden, om voorstander te zijn van een samenleving waarin religie niet meer de bovenhand neemt, zoals dat eerder wel gebeurde onder het katholicisme. Of zoveel burgers onder dat katholiek geloof gelukkiger zijn geworden, mag je terecht betwijfelen. Jaren en decennia is die plak en wasem in lijf en leden blijven steken. Zo sterk dat de slinger naar de andere kant is doorgeslagen en in ons waardenpakket enkel nog januarisolden steken.

Maar zelfs dat consumerisme roept bij mij geen heimwee op naar tijden die me bespaard zijn gebleven. Ik zit niet te wachten op de dag dat een ander geloof het overneemt en mijn vrij denken beklemt. Ik heb geen idee of het ooit zo ver komt, maar van het tegendeel zijn we ook niet zeker. De feiten zijn er: in Antwerpen worden er sinds enkele jaren meer personen met een migratieachtergrond geboren dan autochtone Belgen. Velen van hen zijn moslim, de toekomst zal uitwijzen of ook hun geloof op een dag dominant kan worden in deze stad of dit land.

De Wever mag zijn gedachten hier dan ook de vrije loop laten. Het is een platitude om hem daarom een populist, een bangmaker, een volksmenner te noemen. Kritische stemmen in de media, verstandige mensen die ik ken en liefheb, noemen deze analyse ‘praat van het Vlaams Belang’ en linken ze met racisme. Dat is helemaal verkeerd. Vaststellingen, voorspellingen en vrees voor de toekomst hebben niets met racisme te maken. Als vrij denken over hoe de toekomst er gaat uitzien niet meer kan zonder voor racist te worden uitgescholden, dan delven we de Verlichting in een put. Ik denk niet dat daarvoor tekenaars zijn gestorven. Bart De Wever heeft in dit fel bekritiseerde debat op Reyers Laat nergens gezegd dat de islam in de kern verkeerd is en moet worden ingeperkt of afgeschaft. Dàt is wat Vlaams Belang en Geert Wilders of Marine Le Pen wel zeggen.

Ik zie het scenario van Houellebecq en De Wever niet als onmogelijk en het is een scenario waarvan ik huiver. Niet omdat het om islam gaat, maar om geloof. Ik ben de eerste om de individuele rechten van moslims te verdedigen, omdat ik de rechten van mensen verdedig. Maar ik kijk verre van uit naar de dag waarop geloof weer massaal nieuw geboren kopjes vult voor die zelf aan het denken slaan. ‘Ik ben zeker geen voorstander van uw overtuiging, maar ik zal ze me met mijn leven verdedigen’, om Voltaire (of wie was het eigenlijk?) te parafraseren. Je suis Jef, zeg maar.

Uit de islam

Dat binnen een groeiende groep gelovigen altijd een marginaal deel de boel verziekt, is een statistisch gegeven. Gevaarlijke gekken zijn er bij de scouts, werkgeversorganisaties en vakbonden, milieuactivisten, christenen. En dus ook bij moslims. Dat je de terroristen die in Parijs toesloegen niet gelovig kan noemen, onderschrijf ik volledig, maar ze hebben wel gehandeld in naam van het geloof en zegden als martelaars te willen sterven. In een grote groep zitten altijd rotzakken. Ten eerste.

Ten tweede kan misbruik van geloof of ideologie alleen als er geloof of ideologie is. Zonder planken kan je een kast niet slecht in elkaar steken. “Dat radicalisme staat niet los van de religie”, zegt De Wever. Dat is natuurlijk gewoon waar. Terreur heeft niets met geloof te maken, maar het is er in dit geval wel uit afgeleid. Vooraanstaande figuren in de islam, maar ook gewone belijdende moslims, doen er daarom niet slecht aan – voor zichzelf en hun geloof – om heel duidelijk uit te spreken dat deze Franse kapoenen niets te maken hebben met de vredelievende (en overigens diervriendelijke) godsdienst die de islam is, dat de instrumenten verkeerd gebruikt zijn. Sterker nog, dat ze zelfs instrumenten uit een andere doos zijn gaan halen.

Trots overwinnen

Die vraag ligt bij westerse moslims echter gevoelig en in een bepaald opzicht is dat begrijpelijk. Minderheden worden al voortdurend (en vaak onterecht), in media en mensbeeld, met agressie en criminaliteit in verband gebracht. In de vraag dat ze zich zouden distantiëren zit een suggestie verscholen. De suggestie dat hun geloof ook maar een sikkepit met die horror in Parijse straten zou kunnen te maken hebben. In die suggestie willen deze moslims niet meestappen.

Tegelijk is die weigering toch o zo vermoeiend. Een journalist vroeg deze week aan verscheidene moslims om een foto van zichzelf te nemen terwijl ze een geschreven boodschap over de aanval op Charlie Hebdo in beeld houden. Verschillenden onder hen weigerden dit omdat zij zich ‘niet aangesproken voelen’. De reflex van die reporter is nochtans zuivere journalistiek: ‘de daders zijn moslims, dus hoe zou een moslim zich daarbij voelen?’ Helaas is een deel van het kamp verkrampt en weigert het te spreken. Blanco-stemmers, Bear Grillsen. Ik zou zeggen: verman jezelf en grijp die kans. Lever je trots in en reik een hand. Een groot deel van de wereldbevolking lijkt je anders nooit te zullen begrijpen.

Soms krijg je als niet-gelovige blanke Vlaming de indruk niet meer goed te kunnen doen. Bewezen discriminatie in het onderwijs, op de arbeidsmarkt, op de woningmarkt, hebben de zenuwen bij moslims en niet-gelovige Marokkaanse Belgen zo gespannen doen staan, dat elk fruitvliegje in dat web van frustraties een trilling geeft. Ook als je het allemaal goed bedoelt, moet je zien wat je zegt. Het is soms op de tippen lopen.

Bart De Wever zei in Reyers Laat dat hij vreest dat van deze aanslag de moslims het grootste slachtoffer zullen worden. Een pientere stem zegt daarover op zijn blog dat de moslims pas slachtoffer worden als we daar zelf voor kiezen, als we hen brandmerken voor de daden van andere ‘moslims’ (wat de terroristen niet zijn – ik ben voorzichtig) en dat de verdachtmaking begint met een dergelijke uitspraak. Een terechte opmerking, maar kan het ook zijn dat De Wever gewoon voelde aankomen dat moslims en moskees zouden worden aangevallen? Het is alleszins niet dóór die uitspraak dat de represailles in Frankrijk van start gingen. Zoeken we het soms niet wat te ver? Vandaag hield De Wever als burgemeester van Antwerpen een persconferentie met een imam, een rabbijn en een bisschop. Lees ik op Facebook: ‘Waar zijn de boeddhisten, vrijzinnigen, atheïsten, pinksterbewegingen, de hindus en so on?’. Zucht. Wanneer zal het voldoende zijn?

Ingrijpen

Van een geloof koop je geen lidkaart en het speelt zich niet in een stadion af. ‘De moslimgemeenschap’ heeft dan ook niet in de hand wat een reeks potentaten uitsteekt. Bovendien is de islam minder hiërarchisch georganiseerd dan het christendom en valt er dus niet één enkele spreekbuis aan te duiden. Toch mag een burgemeester van Antwerpen die aanslagen vreest die uit de marge van een geloof voortkomen, vragen om een krachtig signaal vanuit deze gemeenschap. Islamgeleerden hebben een mentaal gezag en kunnen invloed uitoefenen. Zij doen dat vandaag al veelvuldig, Bart De Wever heeft het recht om om meer te vragen.

Hij mag zich ook uitspreken voor legereenheden op straat. Hij is een rechtse politicus die van mening is dat de harde hand aanslagen en doden kan voorkomen. Iedereen is vrij om daar meer of minder geloof aan te hechten, maar racistisch is dat alvast niet.

De Wever heeft op Reyers Laat van woensdag 7 januari 2015 gezegd dat hij de gebeurtenissen verschrikkelijk vindt voor de vele mensen die goedhartig de islam beleven. Hij heeft niet van aanslagen in naam van een religie gesproken, maar van aanslagen in naam van een ideologie en hij maakte de kijker erop attent dat dat ook gebeurt binnen andere ideologieën. Hij heeft geen geloofsgroep of minderheid beledigd noch heeft hij veralgemeend en hij is hard geweest voor misbruikers van het geloof. Hij vreest dat deze aanslag niet het einde is en stelt scherpe maatregelen voor om erger te voorkomen. Tot zover niets mis mee.

Lees ook De Wever, vanop links bekeken.

Bekijk de uitzending van Reyers Laat.

Blijf cappuccino bestellen

vader-en-zoon-finno

“Wanneer ik op een zaterdagmorgen ergens in een gezellige Brusselse koffiebar omringd met kranten aan de cappuccino zit, denk ik: I love my life. Maar als ik uitzoom, zie ik mezelf aan die cappuccino zitten, terwijl de wereld druk doende is met webben weven voor de toekomst.” In dS Weekblad schrijft Lieve Van de Velde over de spijt nooit moeder te zijn geworden. Dat doet ze eerlijk en trefzeker, met weinig sentiment maar veel gevoel. Ze pent niet in grote halen, verliest zich niet in pathetiek. Ze bouwt een kaartenhuis van zinnen waarin elk woord telt. Lieve Van de Velde spreekt liever in treffende symbolen dan in grote verklaringen van ik-heb-pijn en wat-een-verdriet. “Over 25 jaar kijk jij aan de rand van het zwembad naar een zoon die zijn zoon leert zwemmen, terwijl ik nog altijd aan de cappuccino zit”, zegt ze aan een vriendin met kinderen. “In mijn geval blijven rol en status onveranderd bij het voortschrijden van de jaren, hoeveel reizen ik ook maak, hoeveel boeken ik ook lees, hoeveel yogahoudingen ik ook onder de knie krijg”, bedenkt ze nog in stilte.

Je bent een vrouw zonder kinderen, Lieve, en weet een man zonder kinderen te raken. Ik zit ook maar onbewaakt een weekendmagazine te lezen, wanneer je de vader in mij door elkaar schudt die ik in feestzalen met nieuwe meisjes weet te bedwingen. Je schrijft dat zonder kinderen er geen enkele draad uit jezelf vertrekt en een nieuw leven breit, maar net in die zin weet je met mij een verbinding te spinnen. Ik lees je voor het eerst en google je niet, maar voor mij ben je nu al schrijfster. Je hebt gereisd en hard geleefd, je absorbeert en stuwt weer uit naar al wie je lezen wil. Alleen uit jouw leven kon deze tekst komen. Hadden luiers en speelgoedtreinen je met één letter afgeremd, dan is elke cappuccino op elk terras meer dan de moeite waard geweest. Breng voor die bakjes troost bij mij het bonnetje binnen. In elk van jouw pennentrekken schuilt een vrucht. Blijf zitten waar je schrijft en vermenigvuldig u.

“Leg het risico op spijt in het vooruitzicht en een mens komt al eens uit zijn comfortzone”, zeg je. Jij hebt dat niet gedaan, schrijf je, je werd geen moeder. Je hebt gezocht naar ontplooiing en vond geen tijd voor kinderen. Dat steekt je.

Zie het anders, Lieve. Tenminste ben jij niet zonder zelfontplooiing aan een kroost begonnen, heb je niet bij voorbaat je dromen in een verkaveling geborgen, het geluk naar je nageslacht doorgeschoven en je fingers gecrosst. Neem een vooruitzicht als comfortzone en een mens loopt al eens risico op spijt. Sta op, zet bloemen in een vaas, verrijk mijn leven met je taal. Zij daar, zitten ook maar wat te knoeien.

Lees zeker ook het fantastische origineel, het verhaal dus van Lieve Van de Velde.

Under the Skin

Under the SkinWraak op de middelmaat

Grijpgrage losers met boeventronie, Adidas-trainingspak en een voetbalsjaal die even denken de mooiste vrouw van het noordelijk halfrond in hun bed te krijgen. In Under the Skin laat Scarlett Johansson hen even in de waan en duwt hen terug in de modder weer ze naïef dachten uit te kruipen. Regisseur Jonathan Glazer rekent genadeloos af met middelmaat en ranzigheid, met gore praat boven verschraald bier. Met miezerige mannetjes die geen minuut boven zichzelf trachten uit te stijgen. Die denken dat het zo wel loopt.

Glazer neemt wraak op de luide aanwezigheid van nietsnutten en schoften op wie tv-zenders hun programmatie afstemmen en uw avond verknallen. Op tuig dat fietsers van de baan rijdt in een race om wat aandacht. Op mensen die we niet nodig hebben. Het mooie is dat Glazer niet terug schreeuwt, geen megafoon hanteert. Hij fluit, hooguit op sopraanblokfluit, zijn serene serenade. Hij maakt een stille, oorverdovende prent voor wie zich geduldig te luisteren legt. Met nauwelijks woorden en treffende beelden maakt hij een treurzang op het gebrek aan beschaving, op het gebruiken van anderen als waren ze tuinmateriaal. Hij tekent een mensdom dat zichzelf degradeert, terwijl het alles in de hand heeft om het te maken. Met zijn poëtische en grafisch geraffineerde prent biedt hij meteen tegengif voor de leegheid en waardeloosheid die hij betreurt. Bij de misselijkheid ook de juiste pil.

Glazer weet stand te houden in die droeve toon doordat hij de nodige afstand bewaart tot de wereld die hij beschrijft. Dat doet hij door Scarlett Johansson neer te zetten als een weliswaar bloedmooie brunette waar niets op aan te merken valt, maar die in wezen een soort robot is van een andere planeet en – van alle plaatsen – in het grauwe Glasgow is neergestreken. Waar kan je verlatenheid ook beter in beeld brengen? Deze vrouw zonder naam rijdt rond in een minibus met als enig doel mannen in haar bed te krijgen, niet uit wanhoop maar om te tonen hoe goedkoop ze zijn. In een wederkerend patroon zakken al deze mannen weg in een moeras van zwarte inkt en verdwijnen in een opgezogen rookwolk. Stilistisch voorbeeldig, maar na een tijdje behoorlijk vervelend voor de niet al te zware cinefiel.

Toch moet u het eerste deel beslist uitzitten, want pas dan ontvouwt zich de ware schoonheid van Under the Skin en komen de sluimerende betekenissen helemaal bovendrijven. In een scène in balans pikt Scarlett een man op met een ernstig misvormd gelaat en houdt er een open gesprek mee, zegt welke mooie handen hij heeft. Hijzelf zegt overdag niet naar de winkel te gaan ‘omdat de mensen dom zijn’. Na al de voetbalhooligans en discogangers die voor hem in het busje zaten, kan je hem alleen nog gelijk geven.

Scarlett beslist de man niet op te slokken, maar na de liefdesdaad vrij te laten, omdat hij zich van de meute onderscheidt. Dat is niet naar de zin van een rondrijdende motorcrosser die je haar pooier of fabrikant, een lijkenberger of het hoofd van een lugubere club wereldverbeteraars zou kunnen noemen. Een groep aliens dan die vanuit een parallelle wereld de mensheid even met de neus op de feiten komt drukken. Het is maar wat u er zelf in ziet. Alleszins kiest Scarlett voor een ander leven en ze slaat op de vlucht. Haar kwetsbaarheid komt in beeld, Under the Skin tast vanaf dan echt onder de huid.

Popcornsmullers die dachten zich aan Scarlett Johansson te kunnen vergapen in een luchtig filmpje, zijn mooi bij de neus genomen. Deze parel over zwijnen is haute cuisine voor wie proeven durft. Weet dat de diepste smaak in de kop van de scampi zit. Slurp.

Tom à la ferme

Image

In Tom à la ferme zet Xavier Dolan een driehoeksverhouding neer waarin iedereen elkaar verafschuwt maar ook verschrikkelijk nodig heeft. Gevangen in afhankelijkheid. Dit verhaaltje op de boerderij kreeg een simpele setting en banale titel, maar is keihard en geraffineerd. Doorgedreven afhankelijkheid, als agressie verpakte zelfhaat en misplaatst altruïsme vormen de spijkers in een splinterbom. En die staat permanent op ontploffen.

De klasse van Tom à la ferme ligt ongetwijfeld in het virtuoos scenario, waaraan de film zijn suspense te danken heeft. Dolan zet zijn pionnen zo grandioos neer, spant de koordjes tussen hen zo strak, dat elke beweging van elk personage voor trillingen zorgt. De film vertelt het verhaal van de homoseksuele Tom (Xavier Dolan zelf) uit Montréal die op de boerenbuiten de begrafenis bijwoont van zijn overleden geliefde en meteen diens familie bezoekt. Helaas weet moeder Agathe (Lise Roy) niet dat haar zoon voor mannen viel, laat staan dat hij een vriendje had. Haar andere zoon, Francis (Pierre-Yves Cardinal), wil koste wat het kost dat potje gedekt houden. Zogezegd uit moederliefde, eerder uit homohaat. En met die homohaat wil hij vooral zijn eigen stoofpotje gedekt houden. Francis worstelt met homo-erotische gevoelens, maar klopt die er nog liever uit dan er aan toe te geven. Zijn agressie naar Tom – tot bijna wurgseks toe – is gekanaliseerde zelfhaat. Daarover zegt regisseur Dolan in een interview met filmtijdschrift Vertigo: “In mijn ogen is er geen verschil tussen een Russische man die in een park een jonge homo als straf in het gezicht plast en een minnaar die dat bij mij in mijn hotelkamer doet. Beide zijn uitingen van eenzelfde seksuele neiging.”

De prent wordt razend interessant wanneer Tom wordt verplicht om Agathe over Sarah, het verzonnen lief van haar zoon, te vertellen. Door Sarah zogezegd over haar vriendje te citeren, vertelt hij eigenlijk over zijn eigen liefde. Rond de keukentafel geeft hij seksuele details, de moeder schatert het uit, Francis lacht geforceerd en onwennig mee. In deze sublieme scène zien we hoe de drie vogeltjes gevangen zitten in een open kooitje waar ze uit zouden moeten vliegen. Agathe laat zich graag blaasjes wijsmaken over een zoon die haar eigenlijk al veel langer was ontglipt. Francis dwingt Tom om te blijven zodat hij zijn geaardheid wat half kan beleven, maar hij geeft er nooit aan toe en zit in zijn seksualiteit verwrongen. En Tom zou kunnen vertrekken, maar moet daarvoor het laatste greintje ex-lief en een vage zoektocht naar affectie lossen.

Maar ook, en niet in geringe mate, kampt Tom met een huizenhoog Stockholmsyndroom. Hij krijgt kansen om dwingeland Francis en de hele cirque achter zich te laten, maar voelt kidnapperscompassie. Heeft mededogen met een sociaal gehandicapte jongeman die hem eigenlijk ten gronde richt, een mededogen dat hem fataal kan worden. Tom à la ferme gaat over destructief gedrag loslaten, empathie laten varen en voor jezelf kiezen. Zowel in dit thema als in zijn creepy, mysterieuze relaties lijkt dit meesterwerk van Xavier Dolan sterk op het al even uitmuntende Harry, un ami qui vous veut du bien van Dominique Moll.

En Dolan is ook elders slim gaan lenen. Ook Sean Penn zat in U Turn van Oliver Stone ooit vast in een afgelegen dorp vol gestoorde figuren. De mengeling van griezelige gezelligheid en kleffe ijzigheid die moeder Agathe ophoudt, doet denken aan de glansrol van Piper Laurie in Carrie, van Brian De Palma.  In een mooi openingsshot zien we dan weer hoe Tom de liefde voor zijn overleden vriend op keukenrol schrijft, in een wazig licht. Hiermee wekt Dolan meteen onze betrokkenheid met het hoofdpersonage (we weten samen meer dan de andere personages) en doet hij ons voelen dat er heftige emoties op til staan. Precies zoals Thomas Vinterberg de suspense deed zwellen in Festen.

Tom à la ferme is een fijnzinnig psychologisch portret dat verpakt zit in een strak aangestuurde thriller. Menselijke randafwijkingen worden subtiel overgebracht, zijn in miniatuur verpakt. Wie het cadeautje opendoet, ziet goud blinken. Voeg daar lange, uitstekende dialogen aan toe (de scène in de bar!) waarin acteurs hun kunnen tonen en de uitmuntende muziek van Frida Boccara, The Gotan Project en Rufus Wainwright en je begrijpt waarom deze prent veel meer in huis heeft dan zijn wat suffe titel doet vermoeden.

Grenzeloosheid gaat ons niet gelukkig maken

first_kissHet filmpje ‘First Kiss’, waarin nobele onbekenden elkaar innig tongzoenen, gewoon, op vraag van een camerateam, is op enkele dagen meer dan 50 miljoen keer bekeken. De reacties zijn volgens enkele nieuwsbronnen “overwegend positief”. Het heette dan ook  “jammer” te zijn toen bleek dat al die mooie mensen gewoon acteurs en fotomodellen waren, die alleen maar vrienden van vrienden binnendraaiden. Er werd schande gesproken, temeer omdat het allemaal reclame bleek te zijn voor een kledingmerk. Mogelijk zijn mensen toch niet bereid om lichaamssappen met eender wie uit te wisselen en wonderwel moeten we daarover teleurgesteld zijn. Een sprookje werd ons ontnomen en dat mogen ze met ons niet doen. Benieuwd of we dat zo erg hadden gevonden als enkele pokdalige, vette kwezels en andere repelsteeltjes elkaar een bek hadden gezet.

Mijn indigestie lag persoonlijk niet in de valsheid van het bericht – die was eerder een opluchting – , maar in het filmpje zelf en in zijn supporters. Waar indigestie thuishoort. Er waren tijden die inmiddels achter ons liggen, waarin sprookjes begonnen met ‘er was eens’, de prins langs haarvlechten minstens vijftien verdiepingen tot een zolderkamer moest klimmen om na die overgave een prinses te mógen kussen. Het was het eindpunt van een opbouwende rit en de start van een lang en gelukkig leven. De boeken gingen dicht en de kindjes moesten slapen. Vandaag staan we met 50 miljoen mensen te applaudisseren als de prins in de dark room een muil zet op een losgeslagen beest. ‘Er was eens een prins die in een donkere kamer een meisje binnendeed dat hij niet kende…’ De dark room hebben we gefatsoeneerd tot een drieminutenfilmpje waarin je verwacht dat de acteurs straks in dikke witte kussens neder deinen en Dove aan hun handen smeren. David Hamilton of Terence Malick. De wansmaak in flou artistique gehuld. Het maakt niet minder mottig.

O neen, ik pleit niet onschuldig. De één-op-éénband tussen een kus en wat ik liefde noemde, tussen seks en liefde ook, heb ik al eind jaren negentig doorgeknipt. Maar er kwam iets in de plaats, er was altijd iets. Spanning, opwinding, of, in bedenkelijke gedaanten, uitdaging, troost of revanche. Kussen is nooit mechanica geworden. Ik kus niet uit jaarlijks onderhoud, draait de molen nog? Komt het ooit zo ver, hoop ik niet dat 50 miljoen mensen daar op staan te kijken en er blij van worden. Dat we ons mondiaal als platte boeren gedragen, bevreesde ik al. Dat we dat sinds deze week officieel op tape zetten en collectief ondertekenen, blijft een schok.

Niets voelen voor iemand die je niet kent en die toch even kunnen ‘doen’. Liefst nog in beeld en voor de camera. Dat is vandaag de ultieme vrijheid. Daarvoor floepen de lichten aan, daarvoor staan we recht op alle banken. We zijn eindelijk op het punt dat nu echt alles kan. We mogen eindelijk doen wat we niet laten kunnen en doen waar we nu echt eens zin in hebben. We storten ons te pletter in LAT-relaties, scheiden meer dan we trouwen, we schuimbekken er op los en gaan wel in relatietherapie. Het moet misschien toch kunnen wat jij toen met die man deed in een bar, jaloezie is uit de mode. Alsof grenzeloosheid ons ooit geluk heeft gebracht.

Kobe Ilsen vond het allemaal van zo’n grote leutigheid dat hij voor VOLT de hele cinemaboetiek van het kusfilmpje nog eens overdeed, ‘maar dan met echte mensen’. De VRT liet het fragment ondertitelen in de hoop zijn nagekauwd idee nog eens planeetje-rond te laten gaan. Kobe lekkerbekte er zelf ook eventjes op los met een vijftigjarige “die zijn moeder had kunnen zijn”. Hij zei nog “sorry dat ik je naam niet eens weet”, die gekkerd. Daar moest de hele studio wel wat om grinniken en het werd nog een fijne avond.

Enkele weken geleden las ik een ontroerende column van een moslima die zich Dunyahenya laat noemen. Ze sprak openhartig over de negatieve reacties op haar hoofddoek. ‘Ik draag die ook om aan verleidingen te weerstaan’, zei ze. Gelukkig werkt ze niet aan het stadsloket. Zij past niet in onze normen en waarden.

Sorry terug!

rolluikSorry dat wij zuur zien op den tram. Sorry voor de rolluiken om vijf uur. Sorry voor onze villa’s met een hek. Sorry dat wij altijd binnen zitten. Sorry dat wij te vroeg zijn. Sorry dat wij zo normaal doen. Sorry dat wij ‘excuseer dat ik u stoor’ zeggen. Sorry dat wij zeggen dat gij niet kunt lachen. Sorry dat wij denken dat gij kwaad zijt. Sorry dat wij ons bomma in een rusthuis steken. Sorry voor ons geld. Sorry dat wij wel werk hebben. Sorry voor de files naar Brussel. Sorry dat wij geen schapenvlees delen. Sorry voor de pascontrole. Sorry dat ge dat moet begrijpen. Sorry voor CSI New York. Sorry voor Jan Verheyen. Sorry voor Komen Eten. Sorry voor Clouseau. Sorry dat wij niet vasten. Sorry voor het lentefeest. Sorry voor de lichte zeden in Temptation Island. Sorry dat wij niet kunnen sjotten. Sorry dat wij toch winnen. Sorry dat wij beter samen spelen. Sorry dat wij zo denken. Sorry voor onze buitenwippers. Sorry voor de zondagsrust. Sorry voor de witte scholen. Sorry voor ons skiverlof. Sorry voor onze ecologische voetafdruk. Sorry voor Benidorm. Sorry voor ons alcoholprobleem. Sorry voor de doden op de baan. Sorry voor ons allochtonendebat. Sorry dat gij dan op tv komt. Sorry voor zwartepiet. Sorry voor verlof met Kerstmis. Sorry voor technische en beroeps. Sorry dat wij niet claxonneren als ‘t plezant is buiten. Sorry dat wij zo stil zijn. Sorry dat wij niet kunnen feesten. Sorry dat we niet te lang kunnen blijven. Sorry dat wij er niet gaan geraken. Sorry voor ons schoon vrouwen. Sorry dat wij door willen in de Handelsstraat. Sorry dat wij niet uitstappen voor vrienden. Sorry dat wij die samendoodlen. Sorry voor de Walen. Sorry voor B-H-V. Sorry dat wij het woord ‘sabbatjaar’ misbruiken. Sorry voor onze werk-privébalans. Sorry dat wij zagen. Sorry voor PMS. Sorry voor uw diploma. Sorry voor onze regeldrift. Sorry voor onze burgemeester. Sorry dat wij dichtgroeien. Sorry voor ons all-inverlof. Sorry dat wij niet weten dat we in Turkije zijn. Sorry dat wij biefstuk bestellen. Sorry voor sokken in sandalen. Sorry dat Marokkanen nu eenmaal toffer zijn in Marokko. Sorry voor racisme. Sorry dat het ook aan u ligt. Sorry dat den tram in Merksem stopt. Sorry voor het 11 juli-feest in Brasschaat. Sorry voor Syrië. Sorry dat wij een tyfoon erger vinden dan een burgeroorlog. Sorry dat wij niet zo’n schoon ogen hebben. Sorry dat wij ons friethaar niet bedekken. Sorry voor ons hoofddoekenverbod. Sorry dat uw naam te moeilijk is. Sorry dat ik u niet uit elkaar kan houden. Sorry dat wij reflexief Frans spreken. Sorry voor ons Antwerps en West-Vlaams. Sorry dat wij Les Chevaux de Dieu niet zagen. Sorry dat wij veldrijden serieus nemen. Sorry voor de ribbelstroken op het jaagpad. Sorry dat wij uit ons eigen bord eten. Sorry dat ge voor een glas water moet betalen. Sorry voor nummerkes bij den bakker. Sorry dat wij alleen ‘Aicha’ van Khaled kennen. Sorry dat wij proberen te buikdansen. Sorry dat wij houterig bewegen. Sorry voor Geert Hoste, die komiek. Sorry voor da weer.

Dit is een nederig weerwoord op de Sorry van Erhan Demirci van Nuff Said.

Ook Chris van den Abeele van Radio 1 schaamde zich en verontschuldigde zich.

Liesbeth Homans denkt in rassen

Liesbeth Homans

Antwerps schepen van Sociale Zaken en Diversiteit Liesbeth Homans (N-VA) zegt in een open brief mee te voelen met de slachtoffers van racisme in haar stad, maar in hoe ze denkt en schrijft, blijkt alleen maar dat ze zelf in rassen en categorieën van mensen denkt. En vooral: dat ze niet luistert.

Het racismedebat laaide begin dit jaar weer op. Op oudejaarsnacht werd een twintiger in Molenbeek zonder enige reden in de rug geschoten door enkele mannen ‘die een vreemde taal spraken’, zo had het slachtoffer gehoord. De identiteit of nationaliteit van de voortvluchtige daders is nog altijd niet gekend, maar het gesprek in Reyers Laat over het ‘Brusselse probleem’ ging meteen over allochtonen en Marokkanen. De tv-gasten mogen natuurlijk hun mening zeggen en ongezouten. Ik verwacht van de VRT wel een evenwichtige samenstelling van sprekers en tegengestelde opinies over zulk complex thema – ik zag geen straathoekwerker of vluchteling, wel een strafpleiter, een slachtoffer van geweld en een kunstenaar die van zichzelf zegt voor te staan op andere mensen. Niet echt specialisten. Van een journalist-debatmoderator verwacht ik dan weer een kritische vraag of een bijsturing als een gesprek één kant opgaat. (bekijk ook de zeer pientere montage van Orlando Verde, die de verwrongen beeldvorming blootlegt in deze aflevering van Reyers Laat)

Eén van de gasten was journalist Riadh Bahri, zelf van Marokkaanse origine. Hij schreef voor De Standaard ook een interessant opiniestuk waarin de overvallen en agressie en het verbaal geweld waarmee hij in Brussel te maken heeft gehad, bijna altijd van ‘kut-Marokkanen’ en allochtonen komen. Hij zegt zich er slecht bij te voelen intussen zelf bevooroordeeld te denken en deze termen te gebruiken. Ik zeg alleen maar dat het dapper is dat hij voor zijn mening opkomt. Het is niet aan Riadh Bahri om alle nuances in het debat te noemen. Hij zegt wat hij voelt, als Brusselaar en Marokkaanse Belg.

Even verademend was de reactie van Samira Azabar, op de website van Kif Kif. Zij is onder meer gekend van haar engagement voor Boeh! (Baas over eigen hoofd), het actieplatform tegen het Antwerpse hoofddoekenverbod. Azabar hernam bijna letterlijk het stuk van Bahri, maar verving de voorbeelden van crimineel gedrag door voorbeelden van racisme waarmee zij te maken had. Hoe ze van een terrasje weg moest omdat ze met haar hoofddoek de klanten wegjoeg, hoe ze werd aangevallen omdat ze moslima is, hoe ze gevraagd werd of ze terrorisme onderschrijft omdat ze de Koran leest. Het is niet aan Samira Azabar om alle nuances in het debat te noemen. Ze zegt wat ze voelt, als Antwerpenaar en Marokkaanse Belg.

En dan is er Liesbeth Homans. Ze schrijft een open brief aan Samira die haar een hart onder de riem zou moeten steken. Ik denk dat Samira zich allesbehalve gehoord voelt. Homans erkent op geen enkel moment dat racisme zomaar op zich kan bestaan of te maken kan hebben met angst voor het vreemde, met bescherming van het eigen goed, met foute associaties tussen hoofddoeken en onbehoorlijk bestuur aan het loket, ingegeven door het hoofddoekenverbod. Met beeldvorming over Arabische schurken in Amerikaanse tv-series of over Marokkaanse Brusselaars, door strafpleiters en slachtoffers van criminaliteit in Reyers Laat. Met noem maar op.

Neen, Homans bepleit als schepen van Diversiteit een enkelvoudige oplossing. Homans gaat “de potgrond van het racisme wegnemen”, het “bij de wortel aanpakken” en die wortel en die potgrond zijn voor haar maar één ding: de criminaliteit en het verbaal geweld van de allochtoon, of toch minstens zijn lamzakkerij, zijn weigering een job aan te pakken: “mensen hebben de plicht om kansen met twee handen te grijpen en zichzelf een beter leven te garanderen”. Uit een onderzoek dat ik voor MO Magazine deed, blijkt wel dat je op de woningmarkt met een Marokkaanse naam in één op twee gevallen de duimen moeten leggen tegen een kandidaat-huurder met Vlaamse naam. Liesbeth Homans gaat er aan voorbij.

Homans zegt Samira’s voorbeelden van racisme te betreuren, maar haar directe associatie tussen criminaliteit en allochtonen, zonder enige nuance, zonder verklarende tussenfactoren, zonder andere oorzaken van racisme te erkennen, is net de kortsluiting in het brein die racisme doet ontstaan: het ligt namelijk aan de Marokkaan. Hij moet de potgrond wegwerken, alleen hij moet de wortel uittrekken en niemand anders heeft blubber aan de handen. De stad is zo ‘lief’ hem daarbij te helpen. Dan wel niet door zijn armoede en achterstelling aan te pakken, maar gewoon door kansen te bieden. Voor N-VA’er Homans zijn dat lessen Nederlands, inburgeringstrajecten en jobopleidingen. Dat iemands armpjes te kort zijn om een kans te grijpen, is zijn probleem. Ook als die armpjes gebonden worden. Moet een Marokkaanse Belg, geboren op het Kiel, lessen Nederlands leren om proactief racisme tegen te gaan en zijn kansen te vrijwaren? Kan hij dat niet al? Is anoniem solliciteren geen kortere weg?

Het verband tussen criminaliteit en nationaliteit of origine kan je lezen in politiestatistieken, racisme ligt niet aan dat verband zelf. Een Marokkaan met een beetje opleiding zal dat verband ook meteen erkennen, dat Samira daarvoor een brief moet krijgen van de schepen is beledigend en kleinerend. Samira Azabar is geen schoolmeisje.

Het racisme ligt dus niet in dat verband, maar in de verklaring van dat verband, of liever: de weigering om er een verklaring voor te zoeken die verder gaat dan de origine zelf. En dat weigert dus Liesbeth Homans. Racisme ligt ten tweede in de veralgemening van een kenmerk tot elk ‘lid’ van een bevolkingsgroep. Ook daar gaat Homans zelf in de fout. Ze schrijft letterlijk dat racisme “een schild” is “waarachter mensen zich kunnen wentelen in een slachtofferrol” en dat ze het gebruiken “als een excuus om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen”. Hoe ontloopt Samira Azabar dan precies haar verantwoordelijkheid? Wentelt zij zich in een slachtofferrol? Mevrouw Homans heeft het allicht niet op haar bedoeld, want zij is ‘een goei’. Maar ze heeft haar noodkreet niet gehoord. Ze heeft niet geluisterd. Aan haar verkrachte dochter heeft ze gezegd dat, misschien, haar rokje te kort was.

Het categorisch denken van Homans vertaalt zich in een paar andere subtiliteiten in haar brief. Ze spreekt over een liefde voor haar stad ‘die ik heb geërfd en jij je eigen hebt gemaakt’. Ze zegt dat dat niet uitmaakt, maar waarom vermeldt ze dan het onderscheid? Toch even de ‘nieuwkomer’ op zijn plaats zetten, de pikorde herstellen? En erger: Samira is hier geboren, heeft die liefde dus evengoed geërfd. Niet willen kennen, niet willen weten. Geen ontmoeting met een mens.

De schepen spreekt ook over “leefloners die niet in staat zijn Nederlands te spreken en die een overgrote vertegenwoordiging vormen in sociale woningen, vaak ten koste van senioren die een leven lang hebben bijgedragen”. Ze suggereert dus dat de allochtonen een voorkeursbehandeling krijgen en bovendien niet zouden hebben bijgedragen. Gratuit, zonder bewijzen, maar het gaat er bij een groot publiek als zoete koek in. Allemaal profiteurs.

“Want belangrijker dan wat racisme is, is wat het niet is: een excuus om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.” Veel erger dus dan dat velen worden uitgesloten, is dat enkelen van hen profiteren van de samenleving, aldus Homans. Jammer van de doodschop, maar o wee de schwalbe! De neoliberaal heeft een keuze gemaakt. De neoliberaal gelooft dat iedereen kansen kan grijpen, als hij maar zijn best doet. De neoliberaal is schepen van Diversiteit en Sociale Zaken en OCMW-voorzitter van de tweede grootste stad van Vlaanderen.

Lees hier de open brief van Liesbeth Homans.

Ruilen in een kring

ruilen

 

 

 

 

 

 

 

Vergeet de één-op-éénruil. Het Antwerpse Eggs & Rabbit Holes lanceert een model van collectieve ruil. “Met één muisklik kan je een cirkel tussen honderden mensen rondmaken. Zij krijgen allemaal één product en staan er één af”, zegt bedenker Steven Verhoest.

Dat nooit eerder iemand op het idee is gekomen. Dat bedenk je wanneer designer Steven Verhoest het concept Eggs & Rabbit Holes uitlegt. Onder die naam lanceert hij met partner Nienke van der Reijden, Peter Theunissen, Sanjeev Gupta, Bert Cattoor en Kristine Kuypers een website waarop gebruikers spullen van de hand doen en er iets naar hun smaak voor in de plaats krijgen. Maar dan heel anders dan hoe we dat vandaag kennen. “Op klassieke ruilsites moeten twee personen interesse hebben in elkaars product of er is geen ruil mogelijk. Dat is een ernstige beperking en wij nemen die weg. Een oneindig aantal gebruikers kunnen met elk hun product in de ruil worden betrokken”, stelt Verhoest. En hij heeft een tweede nieuwigheid in petto: “De aangeboden spullen krijgen geen prijs toegekend. We zorgen voor een ruilketen van een theoretisch oneindig aantal producten zonder ergens een geldwaarde op te kleven.”

Lees verder in Trends, Eggs & Rabbit Holes.

Mag ik alstublieft werken?

handicapOndernemers met een handicap vragen aangepaste steun

Ze zijn met naar schatting 20.000 en dragen bij tot de economie, maar de meeste Vlaamse ondernemers met een beperking missen de nodige financiële steun. “De maatschappij wil te veel voor ons ‘zorgen’, maar wij willen gewoon ondernemen.”

We kunnen toch beter werken dan van een uitkering leven?”, vraagt Luc Demarez retorisch. Hij is rolstoelgebruiker, maar gelukkig voltijds betaald als directeur van Handicap Zelfstandig Ondernemend (HAZO). Die belangenvereniging wordt sinds begin 2012 gesubsidieerd door het Vlaams Agentschap voor Ondernemen. Ze verdedigt de belangen van ondernemers met een arbeidshandicap, geeft hen persoonlijk advies en organiseert focusgroepen en gespreksavonden. De ondernemers botsen helaas op dezelfde, financiële muur.

Lees verder in pdf HAZO – Ondernemen met een handicap.

Nu eens met de wagen, dan weer met de trein

mobiliteit4_optJe kiest een kleinere bedrijfswagen zodat je ook eens de trein kan nemen, of een bedrijfsfiets. Met een mobiliteitsbudget shopt een werknemer zijn woon-werkvervoer bij elkaar. “Als je vrij kan kiezen, zonder dat het je geld kost, laat je de auto wel eens aan de kant”, zegt CD&V-Kamerlid Jef Van den Bergh. Hij voerde vorige week een wetsvoorstel in.

“De wagen maakt deel uit van onze mobiliteit. We gaan die niet demoniseren, maar maken de alternatieven aantrekkelijker. Wij staan voor positieve stimuli, niet voor een bestraffing van de autogebruiker”, stelt Van den Bergh. “Als je andere vervoersmiddelen mee opneemt in een keuzepakket en die ook even gunstig belast, dan zal de werknemer daar gebruik van maken. Milieubewustzijn passeert altijd langs de portefeuille.”

Het werkt

De cijfers geven Van den Bergh voorlopig gelijk. In 2012 voerden vijf proefbedrijven (Artoos, Boss Paints, Kluwer, KBC en Your Mover) op initiatief van Voka Halle-Vilvoorde, Bond Beter Leefmilieu en Mobiel 21 een mobiliteitsbudget in. Dat gebeurde met middelen uit het Pendelfonds van Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) en die middelen leverden op. Waar eerst 80 procent van de personeelsleden met de wagen naar het werk kwam, daalde dit met het mobiliteitsbudget tot 50 procent, ten voordele van de fiets (van 10 naar 22 procent), de trein (van 8 naar 24 procent) en de bus of tram (van 0 tot 4 procent).

Jef Van den Bergh wil de keuze voor een mobiliteitsbudget nu wettelijk verankeren. Hij werkte met Vlaams volksvertegenwoordiger en partijgenote Griet Smaers een wetsvoorstel uit dat werkgevers de kans biedt zo’n budget binnen de organisatie in te voeren op een wijze dat ze met alle sociale en fiscale regels in orde blijven. Werknemers zijn dan vrij om voor zo’n mobiliteitsbudget te kiezen, dan wel alles bij het oude te laten.

Lees verder op Trends, mobiliteitsbudget (paywall)