Je kiest een kleinere bedrijfswagen zodat je ook eens de trein kan nemen, of een bedrijfsfiets. Met een mobiliteitsbudget shopt een werknemer zijn woon-werkvervoer bij elkaar. “Als je vrij kan kiezen, zonder dat het je geld kost, laat je de auto wel eens aan de kant”, zegt CD&V-Kamerlid Jef Van den Bergh. Hij voerde vorige week een wetsvoorstel in.
“De wagen maakt deel uit van onze mobiliteit. We gaan die niet demoniseren, maar maken de alternatieven aantrekkelijker. Wij staan voor positieve stimuli, niet voor een bestraffing van de autogebruiker”, stelt Van den Bergh. “Als je andere vervoersmiddelen mee opneemt in een keuzepakket en die ook even gunstig belast, dan zal de werknemer daar gebruik van maken. Milieubewustzijn passeert altijd langs de portefeuille.”
Het werkt
De cijfers geven Van den Bergh voorlopig gelijk. In 2012 voerden vijf proefbedrijven (Artoos, Boss Paints, Kluwer, KBC en Your Mover) op initiatief van Voka Halle-Vilvoorde, Bond Beter Leefmilieu en Mobiel 21 een mobiliteitsbudget in. Dat gebeurde met middelen uit het Pendelfonds van Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) en die middelen leverden op. Waar eerst 80 procent van de personeelsleden met de wagen naar het werk kwam, daalde dit met het mobiliteitsbudget tot 50 procent, ten voordele van de fiets (van 10 naar 22 procent), de trein (van 8 naar 24 procent) en de bus of tram (van 0 tot 4 procent).
Jef Van den Bergh wil de keuze voor een mobiliteitsbudget nu wettelijk verankeren. Hij werkte met Vlaams volksvertegenwoordiger en partijgenote Griet Smaers een wetsvoorstel uit dat werkgevers de kans biedt zo’n budget binnen de organisatie in te voeren op een wijze dat ze met alle sociale en fiscale regels in orde blijven. Werknemers zijn dan vrij om voor zo’n mobiliteitsbudget te kiezen, dan wel alles bij het oude te laten.
Lees verder op Trends, mobiliteitsbudget (paywall)