Larry Crowne

larryEven snel een zoet verhaaltje

Een supermarktbediende gaat na zijn gedwongen ontslag weer studeren, wordt opgenomen in een scooterbende, door the hottest motor chick gerestyled en slaat nog even zijn sexy docente aan de haak. Met Larry Crowne wil Tom Hanks ons een zoete American Dream doen slikken, maar hij smeert nauwelijks onze keel. Zijn scenario is goedkoop en lui.

 

‘To be part of our team, say something patriotic’, beveelt de leider van het scooterteam ironisch. ‘We’ll get back to you after the break’, antwoordt duts Larry Crowne met een verrassend goed gevoel voor humor. De oneliner deed ons lachen, maar de grap is wrang. Ze moet Larry Crowne een rebellie aanmeten die de prent nooit hardmaakt.

Regisseur Tom Hanks schopt zogezegd tegen managementschenen en zet graag de hardvochtigheid van de elite in de verf, maar zijn zoethouder van een film sust meteen het werkvolk dat hij beweert te bejubelen. Die zal weer alles bij het oude laten. Met een glimlach naar de fabriek, Temazepam in de brooddoos. Deze proteststem klinkt georkestreerd en vals. Tom Hanks is een working class hero van horen zeggen. Hij vertelt verhaaltjes voor het slapengaan. Dankzij dit soort leugens kapen de Dardennes prijzen voor het echte werk, met films die tonen dat sommige mensen echt geen keuze hebben, in de miserie blijven ploeteren.

In hoofde van Hanks is het leven duidelijk maakbaar. Larry Crowne fronst na zijn ontslag één wenkbrauw en gaat onversaagd studeren. De veertiger die net nog winkelkarren duwde, wordt de primus internationale economie en overbluft al zijn klasgenoten in een cursus spreken voor publiek. Een bloedmooie klasgenote (Gugu Mbatha-Raw) ontfermt zich zonder enige aan- of inleiding over deze duffe dude, neemt hem zonder verpinken op in haar scooterbende en restylet zijn hele huis en kledinglijn. Waarom? Geen idee. Waar leidt dit heen? Nergens. De film loopt bijna op zijn einde wanneer Larry ook zijn docente Mercedes Tainot (Julia Roberts) inpalmt, het gaat allemaal vanzelf. Gelukkig stopt de film op tijd, of Larry was beslist directeur geworden in de multinational die hem de deur wees.

Tom Hanks doet geen moeite of is niet in staat om zijn verhaal geleidelijk op te bouwen. Zijn scenario is van een tergende gemakzucht, het hangt met losse eindjes aan elkaar. Het schabouwelijke verhaal doet enkel dienst als platform voor een mop links en rechts en veel zelfbevlekking door de regisseur-acteur. Tom Hanks doet Forrest Gump nog eens lichtjes over. Hij speelt de held in zijn eigen story en laat zich omringen door has been en will be mokkels. Hopelijk heeft hij zich kostelijk geamuseerd. Wij niet.

Harry Brown

In ‘Harry Brown‘ wreekt een moegetergde bejaarde de fun killing op zijn beste vriend. Met hun eigen wapens veegt hij in een Britse sociale wijk criminele jeugdbendes uit tunnels en straten. Regisseur Daniel Barber vond een knappe invalshoek voor zijn beenharde prent, die haat leert begrijpen en bloed doet stollen. Maar de spankracht neemt af zodra het geweld escaleert.

Lees verder op Cutting Edge

Air Doll

In Air Doll komt opblaaspop Nozomi tot leven. Ze kijkt verwonderd om zich heen, maar kampt vooral met moeilijke gevoelens. Het hebben van een hart blijkt lastig. Regisseur Horikazu Koreeda vond een mooie metafoor voor vereenzaming en ontmenselijking in een grootstad, maar werkt zijn idee matig uit. De ondraaglijke lichtheid van het bestaan die hij wil overbrengen, is helaas van toepassing op zijn eigen, wat vervelende film.

Koreeda haalt met Air Doll nooit het niveau van zijn geniale After Life, waarin overledenen het mooiste moment van hun leven moeten kiezen om definitief te kunnen sterven. De vraag hoe een opblaaspop zich behandeld voelt, is al even boeiend, maar de humor, creatieve wendingen en climax in After Life, zijn in Air Doll nauwelijks terug te vinden. Beide films zijn traag, in goede Japanse stijl, maar het verschil in branie is treffend.

Nozomi is de opblaaspop van de eenzame Hideo, een alleenstaande ober in Tokyo. Hij eet ermee, praat en vrijt ermee. Als hij op een dag naar het werk is vertrokken, komt Nozomi tot leven. Ze verandert in een jonge vrouw die de wonderen van de stad en haar eigen gevoelens ontdekt. Ze vindt een baan in een videotheek, waar ze verliefd wordt op de brave Junichi. ’s Avonds rept ze zich naar huis om Hideo niet teleur te stellen. Ze ontmenselijkt zich dagelijks weer tot sekssubstituut.

Regisseur Horikazu Koreeda zet een krachtig metafoor in om misbruik, sleur en gebeitelde machtsverhoudingen in lange relaties pijnlijk in de verf te zetten. Daarin schuilt de sterkte van Air Doll. Als Hideo ontdekt dat Nozomi een vrouw is geworden, wil hij liefst dat ze snel weer in een pop verandert. Hij wil zijn eigen gevoelens verheerlijken en niet rekening houden met die van een ander, want dat leidt alleen maar tot problemen, hartzeer en het risico om verlaten te worden. Koreeda doorvlecht die angstige keuze voor veiligheid, dat gebrek aan engagement, in tal van randpersonages die evenmin in relatie treden. Ze vormen samen een grootstad die kiest voor individualisme en doodgaat van eenzaamheid.

Sterkste beeld van de film krijgen we wanneer Nozomi zich verbrandt aan de lichtinstallatie in de videotheek en haar plastic huid scheurt. De lucht loopt haar lijf uit, maar collega Junichi blaast haar letterlijk en figuurlijk nieuw leven in. Het tedere tafereel speelt zich af tussen de rekken met porno, dat symbool van ontmenselijking. Het contrast werkt vergrotend, de kijker haalt even adem na al flinke tijd op de proef te zijn gesteld. Want Air Doll is esthetisch en kunstzinnig, maar toch vooral een taaie brok. De voortdurende verwondering van onze opblaaspop over alles wat ze zo plots ontdekt – een rinkelende fles, een pluim, een kind – werkt behoorlijk op de zenuwen. Koreeda diept zijn personages ook nauwelijks tot niet uit, allicht om de afstandelijkheid in Tokyo scherp te stellen. Het wordt daardoor moeilijk om je in het verhaal in te leven. Air Doll is zeer esoterisch en vooral een lange rit om uit te zitten.

Betaald naar de film kijken

www.justplainsomething.com

Betaald naar de film kijken. Dat kan nu voor Marie Claire, ik ben hun vaste filmrecensent. Hopelijk een opstap om ook voor andere bladen te kunnen schrijven. Dat ze zich vrijblijvend melden, zou ik zeggen. Van de redactie mocht ik deze pdf weggeven… Verder kan ‘de erudiete 50plus-vrouw’ elke maand mijn recensies lezen. Hier op de foto één van mijn favoriete acteurs: Philip Seymour Hoffman.

Lees Cinema Marie Claire, maart 2013

Vlaamse film is echte cinema

Foto: www.cinergie.be

Voor RandKrant interviewde ik Wouter Hessels, toenmalig directeur van Cinematek. Boeiende man die ronduit over film vertelt op een toegankelijke manier, zonder ooit elitair te klinken. Heeft gewoon een hart voor film. En ik ook, dus dat gesprek deed deugd. 

Cinematek-directeur Wouter Hessels looft onze jonge cineasten

“De Vlaamse film is cinema geworden”

“Neem nu Rundskop. Regisseur Michaël Roskam gebruikt daarin prachtige cinematografische technieken om zijn verhaal te vertellen. De Vlaamse film is vandaag meer dan een boek op doek zetten. Het is cinema geworden.” 

Foto: www.cinergie.be

Wouter Hessels heeft niets tegen de ‘Vlaamse boerenfilm’. Die kent zijn plaats in onze geschiedenis, vindt hij: “De jaren 1970: dat is de tijd van de eerste staatshervorming. Het is logisch dat toen veel ‘heimatfilms’ werden gemaakt, die de culturele identiteit van onze streek uitdrukken. Daar is niets mis mee. Alleen zien we in die periode vooral literaire adaptaties van klassieke romans van Stijn Streuvels of Hendrik Conscience, met weinig oog voor het visuele aspect van film. Vandaag is een prent als Rundskop een hommage aan diezelfde plattelandsfilms, maar dan één waarin volop met fotografie wordt gespeeld. Hoe de eenzame strijd van hoofdrolspeler Matthias Schoenaerts in beeld wordt gebracht, alleen in bad op zijn grauw kamertje, of de duisterheid van de plattelandsbeelden, neergezet in scoopformaat: het zijn allemaal technieken om de kijker emotioneel te betrekken. Vanaf dan spreken we echt over cinema.”

Lees verder op p.22 van RandKrant, december 2011

 

‘In Het Eiland zit geen enkele grap’

Hoe vaak heb ik de sketches van In de Gloria niet herbekeken en nagespeeld? Hoe vaak de oneliners van Het Eiland niet opgerakeld en op reis in het Frans en het Engels vertaald… Schorseneren gegeten, he!… Wat een eer mijn held te mogen interviewen. Jan Eelen! Voor Scoop van SD Worx, ludiek artikel over bedrijfscultuur.

‘In Het Eiland zit geen enkele grap’

Kille consultants die met holle slogans vooral hun eigen job creëren. Collega’s die je afsnauwen om hun groot ego ruimte te geven. De karakters en complotten die regisseur Jan Eelen tot leven brengt, zijn geestig want herkenbaar, pijnlijk want randje cynisch. “In Het Eiland zit geen enkele grap.” Valt de boel te redden bij Cynalco Medics?

Lees verder in pdf Interview Jan Eelen

De glorie van de buurtcinema

Foto: Filip Claessens

Met professor Daniël Biltereyst in de Botanique een ruim uur doorpraten over het ontstaan van buurtcinema’s, met drank en versnapering bij de hand. Het zijn momenten waarop je weet waarom je journalist werd. Zalige man, praat met liefde over zijn vak. Om een lange avond mee in een filosofenkroeg te zitten.

De charme van een klapstoel

In sjofel hemd om de hoek naar de film gaan en met vrienden een pint drinken bij Roger en Maria, uitbaters van het café-ciné. Tot in de jaren vijftig had zo goed als elk dorp in de rand een buurtcinema en die zat stampvol.

Kinema Elisabeth in Asse, Cinema Minerva in Sint-Pieters-Leeuw, den Ideal in Lot, de Novy in Vilvoorde. Stuk voor stuk lokale cinema’s die de buurtbewoners in hun hart sloten, waar ze vriend en lief ontmoetten. Klamme handjes langs klapstoelen. Waar het hele gezin schone filmen (KT) zag, maar waar Rita Hayworth ook harten sneller deed slaan, waar Amerikaanse importglamour de bevrijding tastbaar maakte. Het waren zaaltjes aan een café, achterkamers bij een kruidenierszaak. Zelfstandige uitbaters legden er hun hart en ziel in. De buurtcinema’s waren tegelijk hun passie en bijverdienste.

‘De meeste konden van film niet leven, maar wisten ook dat de cinema volk naar hun zaak lokte. Als de vrouwen naar de film gingen, dronken de mannen een pint en tijdens de pauzes liep het café vol. Rond 1905 werd de film zo populair dat vele sectoren er brood in zagen’, zegt filmhistoricus Daniël Biltereyst uit Dilbeek. Hij is voorzitter van het departement Communicatiewetenschappen aan de Universiteit Gent en directeur van het Centrum voor Cinema- en Mediastudies. Hij schreef met Philippe Meers De verlichte stad, een geschiedenis van bioscopen, filmvertoningen en filmcultuur in Vlaanderen.

Lees verder op p.4 in RandKrant, november 2012