Als zelfs passie niet volstaat
Ze klikken ineen als naakte stemvorken en slaan de juiste toon, ze brengen hun armen in een hefboom naar elkaar. De seksscènes tussen Adèle en Emma in La vie d’Adèle zijn intens en onmisbaar in een film over diepe passie die toch weer niet volstaat. Regisseur Abdellatif Kechiche toont in details hoe onvervulde behoeften en afhankelijkheid, met liefde verwarde tederheid en genegeerd eigenbelang partnerrelaties onder druk zetten. In een samenleving die de prijs van de vrijheid betaalt.
De klasse van Kechiche vertakt zich langs vele kanalen. Hij ontrafelt de liefde in al haar gedaanten en stemmingen, van spanning tot ontlading, van verval tot herstel, we zijn overal geweest. Toch is zijn film meer dan een uitstekend liefdesdrama. Hij is ook een vlijmscherp portret van een samenleving die de codes heeft opgegeven, er zijn geen afspraken gemaakt. We kussen een klasgenote in de trappenhall, maar dat was maar om te proberen. We vrijen om te checken of het juist voelt. We zijn ontrouw als we ons eenzaam voelen. Als je naar de vernissage van je ex-lief komt, kijkt niemand daar vanop. Zie je jezelf daar naakt in een schilderij hangen, dan moet je niet slikken, maar mee zijn met je tijd. Alles moet kunnen. We zijn vrij, ongebonden, vereenzaamd en teleurgesteld.
Zo vergaat het Adèle, een 17-jarig meisje op zoek naar haar seksuele identiteit. Geen tiener in de clinch met haar ouders of de school. Neen, Adèle vindt de pasta van haar pa heerlijk en is gek op literatuur. Over een eerste valkuil is Kechiche dan al moeiteloos heen gesprongen. We zien een onzeker, maar normaal meisje dat op meisjes valt en daarmee worstelt, veel meer is er niet aan de hand. Ze wordt verliefd op Emma, een studente kunstonderwijs, ouder in jaren. Zij wordt vertederd door Adèles lieflijke kwetsbaarheid en uitdrukkelijke schoonheid. Er is wat in de maak.
Op dat moment heeft Abdellatif Kechiche zijn troeven al op tafel gelegd, alle slagen zijn voor hem. Of beter: hij speelt miserie op tafel. In de geloofwaardige ontluikende liefde tussen Emma en Adèle zit namelijk al het gif genesteld. Het sijpelt er stilletjes doorheen. Adèle valt voor de dappere, levenswijze Emma die haar ontvoogdingsstrijd al heeft gestreden. Zelf valt ze net uit de kast, bonk, recht in een relatie, ze is compleet afhankelijk. Dat Adèle van schilders enkel Picasso kent, zal Emma eerst ontroeren, pas later irriteren. Wanneer Emma wil dat Adèle een boek zou schrijven in plaats van enkel voor de klas te staan – zo ongecultiveerd – is dat niet omdat “ik wil dat je gelukkig wordt”, maar omdat ze een onafhankelijk lief wil, met gedeelde interesses. ‘Wat is liefde? Kan je mijn eigenbelang zo inpakken dat het een cadeautje lijkt?’, zegt cabaretier Theo Maassen dan. We ontkennen het, maar dat eigenbelang zit vervlochten in onze gevoelens, zit in de kiem van onze conflicten. Een misstap van Adèle komt Emma haast goed uit.
Kechiche maakt een verstandig geheel, maar munt ook uit in de afzonderlijke delen. De spanning en onzekerheid in de ontmoeting, de giechelende grapjes en praatjes. Het vuur. De verwijdering. De pijnlijke troostende zinnen, het doen alsof je neus bloedt, de schijnbare onverschilligheid voor een oud lief. Ik stel voor dat de broers Kommil Foo hier nog een potje mosterd komen halen.
Haast elke scène zou als trailer voor de film kunnen dienen en is buitengewoon realistisch in haar dialogen, scenario en acteerprestaties. De diepe emoties, de onweerstaanbaarheid en het permanent gevoel van onzekerheid die Adèle Exarchopoulos neerzet, de moeilijke rol met dubbele gevoelens van Léa Seydoux. Verbluffend. De documentaire stijl, met de camera op de huid, werkt zeer geloofwaardig. De scènes zijn lang, de acteurs kunnen zich er niet met een oneliner vanaf brengen. Abdellatif Kechiche sluit zich hiermee aan bij illustere collega’s als Laurent Cantet (Entre les murs), Asghar Farhadi (A separation en Le Passé), Cristian Mungiu (4 months, 3 weeks and 2 days) en Joachim Lafosse (À perdre la raison). Zijn stijl en klasse toonde Kechiche eerder al in het voortreffelijke La graine et le mulet. Wij willen meer. On veut plus.