
Kurt Cobain was gevoelig, authentiek en trouw, en afwijzend tot razend op al wie dat niet was. Met de rockumentary Cobain: Montage of Heck kan je daar moeilijk naast kijken. Het materiaal waarvan regisseur Brett Morgen zich bedient, is indrukwekkend. De familie Cobain leverde hem unieke dagboekfragmenten, tekeningen en video-opnames.
Deze Cobain-film is luid en dat ligt niet aan de grunge van Nirvana. Brett Morgen heeft ongetwijfeld met de handen in het haar gezeten toen hij al het ruw materiaal voor zijn film bij elkaar kreeg. Te veel om mooi te zijn en voor de regisseur was het duidelijk moeilijk kiezen. Hij maakt een drukke film met snelle montages uit dagboeken, tekeningen en brieven van Cobain en vult die aan met verrassende video-opnames van Cobain als kleuter en van zijn liefde met Courtney Love. Daarbij nog eens animatiefilmbeelden van Kurt en interviews met Courtney, met zijn ouders en met bassist Krist Novoselic (Dave Grohl komt niet aan het woord).
Die amalgaam maakt licht misselijk, maar is ook indrukwekkend en allicht bewust. Met de duizeligheid die de kijker voelt, komt hij het dichtst in de buurt van de rommelbovenkamer die het brein van Cobain moet heten. Uit elke prent die Kurt Cobain tekent, uit elke dagboekzin die hij neerschrijft, spreekt een verpletterend bewustzijn. Hij is de hele tijd aanwezig in het leven, slorpt alles op. Zijn ratio is zo sterk dat zijn gevoel niet kan volgen. Veelzeggend is de reactie van zijn moeder toen zij op een cassette in huis voor het eerst de plaat Nevermind hoorde: “Ik was bang. Ik zei: ‘Dit gaat alles veranderen. Zet je maar schrap, want hier ben je niet klaar voor.’”
Cobain werd verteerd door angst voor verlatenheid en afwijzing, was er als de dood voor om zich belachelijk te maken. Zijn ouders en zus noemen hem een lieve jongen, altijd bezorgd om anderen, die geleidelijk ontgoocheld raakte en zich niet begrepen voelde. Niet in het minst door de scheiding van zijn ouders en het verplicht verhuizen van moeder naar vader, naar wie dan ook, omdat hij zo hyperkinetisch en onhandelbaar was (en nog meer werd).
De verwerping, de verbreking van de harmonie, maakte Cobain furieus. Die furie kon hij kwijt in zijn muziek en een hele jongerengeneratie herkende zich erin. Hij had de pest aan interviews en opgeblazen krantenartikels over zijn (steengoede) band. Hij wilde de muziek voor zich laten spreken. De constante aandacht, de persperversies: Cobain kon het niet aan. “Nirvana is oprecht. Er is niks pretentieus aan”, zo zegt een fan het. Zo is het. En Kurt werd kwaad op al wie het niet was.
Voor een echte muziekdocumentaire zit je beter met de uitzending Classic Albums: Nirvana Nevermind, ooit uitgezonden op Canvas. Brett Morgen maakt geen ontleding van songs, legt niet uit hoe die één voor één tot stand zijn gekomen. Uiteraard is de film doorspekt van Nirvana-hits, met ‘Oh Me’ prachtig gemonteerd op beelden van kleuter Kurt, een a-capellaversie door een koor op de clip van Smells Like Teen Spirit (kippenvel!) en het rauwe My Girl op MTV Unplugged. Maar Morgen focust op Cobain en zijn zoektocht naar echtheid, zielsverwanten en de liefde. Alles is liefde. We geven u al een kattenbelconversatie tussen Courtney en Kurt mee. De rest moet u zelf consumeren.
Kurt: “Courtney, ik schaam me niet om te zeggen dat ik van je hou en niemand kan me ooit van gedachten doen veranderen. Dankzij jou durf ik een man te zijn en met jou te pronken. Samen kunnen wij lepels buigen. We zijn als zwart roet dat van een graf geveegd wordt.”
Courtney: “Kus me, knappe dichter, geweldig neukbeest. Laat me voor altijd bij je zijn. Ik hou meer van je dan van m’n moeder. Ik zou Christus voor je aborteren. Ik maak mezelf ellendig om jou gelukkig te kunnen maken.”