Paradise Trips

Hondstrouwe buschauffeur Mario heeft nog maar net zijn schup afgeveegd, als hij een allerlaatste klus aanneemt. Hij rijdt een bende feestvierders naar een technofestival in Kroatië. Tussen de hippies die hij veracht, duikt zijn eigen zoon op, het langharig werkschuw tuig met wie hij al jaren overhoop ligt. Regisseur Raf Reyntjens bedacht een theatrale setting om het conflict tussen een principiële vader en zijn argeloze zoon scherp te stellen. In Paradise Trips moeten ze allebei inleveren, maar daar worden ze rijker van.  

“Je moet leven naar je waarden, niet naar principes.” Dat zei mijn moeder ooit en gelijk had ze. Principes lopen langs vaste lijnen en laten geen speling toe, terwijl het dagelijks leven aaneenhangt van de uitzonderingen. Je moet kunnen afwijken van je regeltjes, dan pas leef je waard-ig. Mario (Gène Bervoets) had die woorden duidelijk niet begrepen, zijn stijfkoppigheid leidde tot een harde breuk met zijn zoon, ver voor dit verhaal begint. 

Ieder zijn koppigheid

Veel punten voor de openingsscène van deze prent. Mario zit nors in een bompazetel en wacht tot zijn vrouw zijn eten toeschuift. Buiten zien we de regen met bakken neerslaan op een bus met opschrift Paradise Trips. Die ironie slaat op grijs België, maar zeker ook op Mario zelf. Met zijn bus kan hij naar de einder reizen, zijn blik over obstakels hijsen, maar hij ziet enkel uitgesleten wegen en volle witte lijnen waar je niet overheen mag, borden met snelheidsbeperkingen. Hij zal nooit te hard rijden en dat is misschien mooi, maar saai is het zeker. Zijn passagiers vindt hij schoffies, op de bus speelt hij zijn muziek. Niks contact, al zijn kansen verkeken. In zijn wit hemdje en stropdas verstrikt.  

Zoon Jimmy wijkt in alles van zijn vader af. Hij gaat trippen op techno en goa, draagt dreadlocks, opzij weggeschoren. Hij mediteert in zijn ouwe mobilhome, verbiedt zijn zoon Coca-Cola en al die andere ‘kapitalistische shit’. Je scherper afzetten kan haast niet en Raf Reyntjens schuift ook bijna uit over zijn twee karikaturen. Maar hij blijft meesterlijk overeind omdat de tegenstrijdigheid die hij neerzet, slechts schijn is. Ondanks alle uiterlijke verschillen gedraagt zoonlief zich namelijk net als zijn vader. Even principieel, even koppig en agressief, maar dan gewoon aan de andere kant van het continuüm.  

Waarheid in het midden

De waarheid ligt in het midden. De kijker ziet hoe Mario zich in zichzelf keert en zijn leven verarmt, maar voelt ook warmte voor deze vastberaden doorzetter, het plichtbewuste werkpaard. Zoon Jimmy lijkt luchtiger in het leven te staan, maar zijn nonchalance slaat helemaal door. Zijn eigen zoon Sunny groeit op tussen partygangers op een gore camping en zit zich alleen maarte vervelen met zijn computergame. Super Nintendo Mario Bros is zijn enige kameraad.

Ergens weten beide werelden elkaar aan te raken en dat maakt van Paradise Trips een ware parabel, wat ‘een symbolisch verhaal over de juiste manier van leven’ is, vaak‘met een simpele verhaalstructuur’. Zo is het. Paradise Trips moet het niet van vernuftige dialogen hebben, ook niet van pakkende emoties, Reyntjens houdt je op een afstand, gebruikt wat geestige beeldtaal en visuele ideetjes, maar richt je blik vooral op de naakte boodschap. Eentje die vaders en zonen moeten inzien, maar die helaas weer sneller door moeders en dochters begrepen zal worden. Waarop zij dan zuchten.