Premier De Crom spreekt

Beste, hartelijke Belg,

Op elke persconferentie zeg ik hetzelfde. Ik dank je voor de inspanningen en vraag nog even vol te houden. Ik vertel je dat het voor mij en mijn familie ook zwaar is en hoop dat je daar iets aan hebt. En dan kondig ik een reeks maatregelen aan, of ik hoop dat je blij wordt van een nieuwe versoepeling: tuincenters die open gaan, een beetje meer volk op trouwfeesten, op kerst een extra vriend in je huis. Met al die zoethoudertjes, dat gemorrel in de marge, gaan we stoppen. Vandaag komen we met het totaalplan dat je van een regering mag verwachten. We gaan je uit deze crisis loodsen op een even doortastende als humane wijze. We gaan ons aan de regels houden, maar we gaan ook plezante dingen organiseren.  

Die regels zijn simpel: afstand houden en contacten noteren. Elke activiteit is voortaan toegelaten en elke zaak mag heropenen zolang de anderhalve meter afstand gegarandeerd blijft tussen mensen die niet tot eenzelfde groep deelnemers of bezoekers horen. Baseball of tafeltennis zal dus allicht kunnen, voetbal of volleybal niet. Cafés kunnen weer open, kappers uiteraard niet. Dit zijn slechts voorbeelden, want we stoppen definitief met de wel/niet-lijstjes omdat we de discussies erover niet meer kunnen uitstaan.

Je mag dus opnieuw met een groepje ergens naartoe of aan deelnemen, ook met mensen dus buiten je gezin. Voortaan mag je op een periode van 14 dagen maximaal 8 verschillende mensen ontmoeten waarmee je de afstandsregel langer dan een kwartier niet respecteert. Je mag deze mensen in die periode onbeperkt zien, maar voor elke ontmoeting noteer je datum, naam en contactpersoon. Test je positief, dan wordt tot veertien dagen terug iedereen op je lijst onmiddellijk getest.

De lijst is op naam beschikbaar op de website van Binnenlandse Zaken of in de corona-app. Je moet hem bij controle kunnen voorleggen en iedereen waarmee je op dat moment op pad bent, moet er dan ook zeker op staan. Mensen die je op straat kruist en stilstaand even mee praat, moeten niet op de lijst. Bij georganiseerde evenementen moet je de lijst bij de inkom voorleggen en worden de identiteiten gecontroleerd.

Deze mensen mag je ook binnen zien maar slechts één van hen mag je knuffelen. En enkel wie niet te veel mensen ziet, mag op kantoor gaan werken. Welzijn primeert op economie.

Het idee van de vastliggende nauwe contacten laten we hiermee los. Je mag van contacten wisselen zolang je in de afgelopen veertien dagen maar niet meer dan 8 mensen nauw ontmoet hebt. Dus vrijgezellen kunnen voortaan meer ongebonden aan het daten slaan. Ook hoef je niet langer uit schuldgevoel steeds dezelfde eenzame uit te nodigen – die op zijn beurt je kinderen niet meer kan luchten. Je hoeft niet langer steeds dezelfde mens met zijn onhebbelijkheden te verdragen zonder er seks mee te mogen hebben.

Deze verplichte contactenlijst gaat het ons mogelijk maken om weer het eigen leven op te pikken. Wie nu gaat beginnen zagen over schending van de privacy zal verplicht worden om twintig bladzijden te schrijven met de zin ‘Ik zeur over de grondrechten en besef dat ik hiermee het leven van iedereen moeilijk probeer te maken en de volksgezondheid indirect in gevaar breng’. De avondklok schaffen we af om van vergelijkbaar gezaag verlost te zijn. Wie er nu toch nog een column over publiceert, wordt verplicht om ’s nachts te voet naar Scherpenheuvel te stappen.

De economie zal weer volop draaien, dus komt er meer geld in de staatskas. Dat zetten we in op meer controles. Er mag nu meer, dus treden we ook strenger op tegen wie die versoepelde regels alsnog overtreedt. De tijd dat we menselijkheid verwarden met laksheid, ligt definitief achter ons. Het is het laks optreden zelf dat onmenselijk is, omdat daarvan andere mensen de dupe zijn en het met hun leven bekopen. Menselijkheid betekent daarom juist streng zijn. We verontschuldigen ons dat we dat lang niet hebben ingezien. Dat was dwaas en ik ben niet te beroerd om dat toe te geven.

De fiscale meeropbrengsten van dit beleid zetten we in op het spoor van de draaglijkheid. We gaan corona draaglijker maken en daar hebben we geld voor over. Voor uw welzijn, om het allemaal vol te kunnen houden. Daar hebben wij oog voor, dat mag iets kosten.

Wat gaan we concreet doen? We gaan burgerinitiatieven steunen die het de mensen gemakkelijker maken om deze coronatijd door te komen. Een onafhankelijke commissie met leuke mensen als Wouter Deprez, Delphine Lecompte en desnoods Annemie Struyf zal alle creatieve ideeën in overweging nemen die eenzaamheid bij buurtbewoners bestrijden en/of het leven opvrolijken. Kandideren kan via een eenvoudig mailtje naar sihameelkaouakibi@letsgoearning.be. De commissie zal de voorstellen beoordelen en van het nodige budget voorzien. Al wie creatieve plannen heeft, mag zich dus helemaal laten gaan. Iets voor anderen kunnen in elkaar steken, geeft zin aan het leven. Natuurlijk willen wij dat als regering aanmoedigen. Het is normaal dat wij ons daarmee bezighouden, wij zijn niet meer dan een brug tussen burgers.

Zelf hebben we ook enkele plannen klaar. Reizen naar het buitenland blijft voorlopig verboden en daarom staan we voortaan het wildkamperen toe, om toeristische drukte op sommige plaatsen in eigen land te vermijden. Ook krijgt elke Belg een ‘vakantiecheque’ van 30 euro om te besteden aan materiaal voor sportieve en avontuurlijke vakanties, bij aankopen vanaf 60 euro. Zo trekt hopelijk niet iedereen naar Blankenberge of Durbuy. Voor elke ingeleverde cheque legt de overheid er ook nog 20 euro bovenop voor de festivalsector, want die zal allicht nog niet heropenen.

Buurt- en wijkcomités geven we budget om feestjes of cultuuractiviteiten op lokale pleinen mogelijk te maken. Kinderen krijgen daarvoor gratis krijt om vakken te tekenen waarbinnen de mensen hun danspasjes of enthousiasme mogen uiten. Minister van Jeugd Benjamin Dalle wordt belast met de verdeling van de krijtjes. Een aangeduide coronacontroleur zal er op toezien dat de regels worden nageleefd en dat het plezant genoeg is. Bij een hoge score op zijn blijheidsbarometer kan opnieuw een budget worden aangevraagd. Deze en andere welzijnsinitiatieven zal mijn collega Wouter Beke nog kort en krachtig toelichten.

Verder kunnen we al aankondigen dat het budget voor ontwikkelingssamenwerking die zich richt op bestrijding van de klimaatopwarming, verdrievoudigd wordt. Klimaatopwarming werkt de mondiale verspreiding van tropische ziekten en virussen namelijk in de hand.

Ik richt mij ook speciaal op al wie de komende maanden gevaccineerd wordt. Wees blij, gelukkig en dankbaar. Breng bezoekjes aan mensen met een korte contactenlijst. Pak lifters mee die een drukke trein vermijden en wens ze een mooie reis.

Laat ons, lieve landgenoten, het gezucht en gezeur ver achterwege laten en vooruitblikken op ongelimiteerde mogelijkheden, vrijheid en geluk, dat we als zuiver bergwater zullen herontdekken en herwaarderen.

Wij willen er staan voor jullie allemaal. Elk van jullie vormt voor ons zijn eigenste lobbygroep.

Geniet nu maar van de dag, wij waken over de lange termijn. Veel sterkte, we komen hier samen uit.

Ik ben niet eenzaam. Ik word zot.

‘Ben je niet eenzaam als je zo altijd binnen zit?’ De lockdownvraag. ‘Neen, zeker?’, denk ik dan. Eenzaamheid verbind ik aan onvolledigheid, aan een ander nodig hebben om een geheel te vormen, aan verpieteren omdat je niet gezien wordt, je ook buitenshuis niet wordt verbonden. Als eenzaamheid gaat over ineenkrimpen, verschrompelen, jezelf alleen nog in de hoeken van de kamer zien zitten, je knieën opgetrokken, dan kan ik eenzaamheid niet claimen. Dat kan ik niet maken.

Niet tegenover hij die hoorde zeggen dat hij niets kan, die ouders had die hem verkleuterden, broers die in hem niets zagen. Eenzaam is ook hij die zich daartegen heeft verzet, een vuist maakte, een eigen bedrijf startte dat nu over de kop ging, zijn zelfvertrouwen is weggevaagd. Zie je wel dat je het niet kan, fezelen stemmen uit zijn verleden, ze vreten aan zijn hoofd, hij bevecht ze mentaal: ‘het was tenslotte lockdown’.

Eenzaam is de moeder in de wachtzaal van de oncologie die een babysit regelt. Net wanneer ze belt – jas, trui en sjaal in haar schoot – wordt ze binnen geroepen. Ze haast zich, propt alles onder haar arm, een handschoen valt de gang in en blijft er liggen, een operatie lang. Voor haar eigen gezondheid krijgt ze geen bezoek.

Onder dat chirurgisch licht kan je me niet eenzaam noemen, dat is een onrecht. Juister is te zeggen dat ik zot word. Ik ben één met mezelf, maar vorm niet meer dan een geheel. Met niets dat uit mij rolt, raak ik nog iets aan. Uit mijn lijf willen duizend mensen naar buiten, maar weinigen zien het nut ervan in. Ze kunnen nochtans wat: plannen maken, de buurt opfleuren, een project lanceren, een wedstrijd arbitreren. Ze kunnen iets creëren. Maar voor wie?

Geen kind dat me opeist, geen vrouw die de weg wijst. Ik leid een luizenlockdown en die is listig: er kan veel en dat veel kan altijd later. Ik twijfel voor ik schrijf. Wat draagt het bij? Zou ik niet beter een boek lezen of een film kijken, rekeningen betalen, abonnementen annuleren, die vochtplek in mijn muur bekampen, een sticker tegen reclame kleven? Gewichten heffen voor een beter karuur, een lijst van taken maken? Er zijn veel gemiste geliefden om het allemaal voor te laten.

Ik loop de muren op om bij je te geraken, heb je lichaam van buiten geleerd. We moeten afstand bewaren, de tijd is niet nu. Ik ben een man van grote gebaren, spreek in grote halen, maar doe mijn best, ik mediteer. Ik probeer een kleermakerszit, mijn liezen breken. Ik zet thee. Ik tel de bladeren van een plant, er zijn er bij gekomen. Op Facebook worden met foto’s van een zonnetje dat door kale bomen heen recht in een plas schijnt, hormonen onderdrukt.

Mij maak je niks wijs. De kleine geneugten des leven zijn voornamelijk klein en schieten tekort en niet ver genoeg. Met dichtbundels over seizoenen steek ik de kachel aan. Ik haat de Kalmthoutse heide en al wie daarvan nog rustig wordt.

Mijn overtollige energie bal ik tot platina en zet ik in de zetel met een deken. Ze kan nergens heen, ik voel me een bedrogen zonnepaneel. Mijn smacht doet stoven branden. Met mijn geduld kan ik regeringen vormen, paleizen behangen. In Whatsapp-groepjes spreken buurtbewoners elkaar moed in, ‘hou vol’. Ik schakel alle meldingen uit. Trek uw plan.

Zal ik iemand bellen, zal ik iets bestellen? Of kan dat morgen ook nog wel?

(Een liedje over smacht. Gelukkig Nieuwjaar allemaal!)

In jogging naar de nachtwinkel en langs de kapper naar huis: dit wordt voor iedereen wennen

Beste vrienden,

Het zijn coronatijden, het wordt voor jullie allen wat aanpassen. À la guerre comme à la guerre. Om de nieuwe coronamaatregelen te omzeilen, zal ik er namelijk wat raar bij lopen. Ik wil jullie niet bruuskeren, maar reken toch op wat visuele vervuiling als je me de komende drie weken tegenkomt.  

Ik zal namelijk permanent rondlopen op loopschoenen en in die ene jogging die ik heb. Zo kennen jullie mij niet en dat kan in het begin moeilijk aanvoelen, maar het is al joggend dat ik van premier Wilmès nog mag buitenkomen, dus wees ook gewoon een beetje blij dat dit nog kan. Als we samen zijn, zal het hijgend zijn en met een lijfgeur, maar het zal zijn. Ik sta uitgeput maar innig aan jullie stoep.

Ik weet dat ik veel van jullie vraag, maar we moeten hier samen door. Ik hoop in onze vriendenkring hiervoor een draagvlak te vinden, maar beloof dat dag op dag te evalueren. Ik zal die stappen slechts doorzetten als jullie mee zijn. Wie het in tussentijd hiermee moeilijk heeft, kan terecht bij de opvang in de Steinerschool om hier op zijn eigen ritme mee om te gaan. Tenminste als jullie ouders zelf in geen opvang kunnen voorzien of actief zijn in de zorgsector.  

Weet: dit alles heeft best mooie kanten. Tegenover een flik die niet in mijn intervaltraining gelooft, zal ik je een vriend in nood noemen. Ik zal zeggen dat ik voor jou op weg ben naar de winkel. En ik maak dat voor jou ook waar: ik ga tegen tienen in de wachtrij voor de nachtwinkel staan en breng je een fles tequila en tortillachips mee. We zullen wel binnen moeten zitten want er is een samenscholingsverbod, maar met je ramen op kip valt dat reuze mee en bouwen we alsnog een feestje.

Nachtelijk joggen, daar lachen ze niet mee, dus moet ik blijven slapen. Ben je geen man: in hetzelfde bed, geloofwaardig essentieel. En laat het dan hartstochtelijk zijn. Lig ik er ’s morgens in jouw armen verslonst bij, naast kruimels croissant, mijn haar in de war? Er is geen nood. Joke, Joke, ik trek mijn joggingbroekje aan en loop naar de kapper, want dat blijft perfect legaal. In weken waarin het aankomt op leven en dood, weet onze regering dat je haar goed moet liggen. Als we sterven, dan in stijl.

Wel kom ik mogelijk verminkt uit het kapsalon. Bij fysiek contact met name, moet mijn kapper anderhalve meter afstand houden en met zijn handen van mijn gezicht en mijn haar blijven, dus vooroverbuigend, in een poging toch mijn haar te knippen, zou hij zijn evenwicht kunnen verliezen en mijn oog kunnen uitsteken. Ik vraag veel van je, maar ik weet dat je dit trotseren kan, vriendin, tegen dan toch mijn lief. Ook als eenoog hou ik van jou.

Ik zal terugkomen. Op donkere dagen haal ik je op met de wagen en gaan we samen tanken, want ook dat mag gelukkig nog. Logisch: hoe ga je zonder auto naar de winkel en de bank? En naar de post, voor essentiële postzegels?

Ik weet het, het worden vreemde tijden en je zult mij anders leren kennen. Maar we blijven elkaar zien, en ook intiemer en beter, in het aanschijn van de dood. Kan je dat ook zien? We blijven gewoon samen en het zal ons niets kosten. Boetes die een agent niet mag geven, zal ik niet spontaan betalen, ik beloof het je.

Kan jij me dan beloven dat je kan geloven dat niets echt anders zal zijn?

Liefs,

Johan