Verkiezingen win je door te luisteren

Ze zijn met veel en ze verliezen verkiezingen: mensen die au fond niet kunnen luisteren. Die overtuigd zijn van hun programma en dat lustig afratelen, zonder te luisteren naar bedenkingen bij die plannen. De eigen fanclub oppoken is makkelijk. Het is veel moeilijker naar mensen te luisteren buiten die fanclub. De duidelijke nederlagen van de regeringspartijen CD&V en N-VA en van SP.A en de overwinningsnederlaag van Groen zijn er alle op terug te brengen. En in een aantal reacties op Facebook en in opiniestukken tegen de zogenaamd ‘kortzichtige’ Vlaams Belang-kiezer kondigt zich nu al een nieuwe zege voor Van Grieken aan. Het is zo makkelijk om het beter te weten, en het levert zo weinig op.

Neem nu Groen. De partij dreef zichzelf voort op haar ecologische verontwaardiging en dacht – verblind door de klimaatmarsen – dat iedereen wel tegen salariswagens en vliegreizen zou zijn. Ze wist haar programma niet ruimer open te trekken, wist niet in de verf te zetten waarom we allemaal beter worden van een goed milieu.

Groen heeft een fantastische boodschap in haar mars die zou moeten verkopen als een zoet broodje. Ik zou ze ongeveer zo schrijven, met de juiste woorden vetgedrukt: ‘Met een groene economie vinden we onszelf opnieuw uit en creëren we jobs. Groene pleinen en meer fietsen en openbaar vervoer maken de lucht schoon en de straten rustig en veilig. Als we de opwarming van de aarde tegen kunnen gaan, redden we het leven op onze planeet en zullen er minder vluchtelingen naar Vlaanderen komen. Meer bos en minder files leiden tot minder stress en burn-out en dus een goed draaiende economie.’ Door die vetgedrukte resultaten van je groene programma te benadrukken, bereik je heel veel mensen buiten de kring, zoals zij die voor meer veiligheid, minder vluchtelingen en meer jobs normaal gezien bij rechtse partijen uitkomen.

De taal van je tegenstander

Helaas, dat doet Groen veel te weinig. De klimaatopwarming is onomstotelijk bewezen, die waarheid moet iedereen nu maar gewoon aanvaarden, lijkt de redenering. De voordelen van een ecologisch beleid zijn voor Groen zo duidelijk dat ze geen ruimte toelaat voor wie bedenkingen heeft of voor zijn portefeuille vreest bij groene maatregelen. Groen heeft haast en is boos, Meyrem Almaci buiten adem. Ze ademt niet door de buik maar op de borst en in haar verontwaardiging is ze ‘tegen’: tegen de klimaatopwarming, tegen de salariswagen, tegen de vliegreizen, tegen de regering die van dit of dat geen werk heeft gemaakt en ‘dat moet nu maar eens dringend veranderen’. Met dat soort van boodschap pook je zeker de militanten op. Zij zullen het kiesbolletje nog harder kleuren, maar dat levert geen extra stem op. Groen denkt dat iedereen mee is in haar verhaal maar vooral het ruraal Vlaanderen is dat zeker niet. Groen slaat stappen over en luistert niet.

Vergelijkbaar fenomeen in de communicatie van SP.A, in print of op sociale media. Ik noem ze de ‘handen af’-communicatie: ‘handen af’ van ons pensioen, ‘handen af’ van onze sociale zekerheid. Meestal gevolgd door uitroeptekens. Voor elke verandering in het arbeidsrecht en elke besparing zouden de militanten gaan voorliggen. ‘Aan onze rechten mag niet geraakt worden’? Sorry, dat is geen argument. Zeg mij waarom dat zo erg zou zijn, wat we te verliezen hebben dus en waarom veranderingen volgens jullie niet nodig of niet wenselijk zijn. Want ik zit hier met vragen over de betaalbaarheid van de vergrijzing en de gezondheid van onze economie. Ik ken niemand die tegen werknemersrechten op zich is, maar ik ken wel veel mensen die zich vragen stellen over de betaalbaarheid daarvan. Wil rood ook dié mensen binnenhalen of heeft het vrede met samen (SP.A en PVDA) 15 procent, met Groen erbij 25? Om dan procentjes van elkaar te blijven afpakken.

Aandoenlijk in dit verband is een passage in een folder van de SP.A, voor de Europese verkiezingen – zie screenshot. De partij vraagt om solidariteit en dat is lief en mooi, maar – opnieuw – ze haalt daarmee de mensen binnen die al in hun kamp zaten of daar heel dichtbij. Rechtse kiezers die solidair zijn, kopen stickers van het Rode Kruis of bakken pannenkoeken voor De Warmste Week, ze leggen dat warme plekje in hun hart niet zomaar in het mandje van de SP.A omdat die partij dat lief vraagt. Solidariteit vragen, dat is geen oplossing bieden voor problemen van alledag, maar de antwoorden op die problemen naar de burger doorschuiven. De burger die weer niet gehoord wordt in zijn vrees voor vluchtelingen die – in zijn ogen – onze jobs en vrouwen komen inpalmen. Kom dus met iets anders, of leg uit dat solidair zijn ook resultaat oplevert en leidt tot geborgenheid in de samenleving en dus veiligheid. Iets waar je als kiezer zélf iets aan hebt.

Presidentieel en helder zijn

Dus, als je van Groen bent, leg dan uit dat je plannen niet duur zijn en dat we er allemaal beter van worden. En als je rood bent, zeg dan hoe je de boel gaat betalen en de economie gaat doen draaien en zeg over solidariteit ‘wat dat schuift’. Spreek nu eens in een totale redevoering, in een plan dat klopt en waar niks op af te dingen valt. Leg als socialist zelf uit waarom 1500 euro pensioen en een loopbaan van 42 jaar perfect betaalbaar zijn – met grafieken en tabellen erbij, in plaats van te mompelen dat het Planbureau zegt dat het kan, alsof je er zelf niet in gelooft. De mensen die je moet overtuigen, geloven De Wever en niet een Planbureau dat ze niet kennen en waar geen gezicht op plakt. Overtuig wat ruimer dan alleen je achterban en de directe periferie. Overtuig je tegenstander in plaats van je medestander. Pluim niet elkaar, maar je politieke vijand. Kruip in het hoofd van wie rechts stemt en geef antwoorden op diens bezorgdheden, want die antwoorden zitten wel degelijk in je programma. Wees presidentieel.

Nog zo’n fenomeen van niet luisteren, je niet verplaatsen in andermans hoofd, is het uitgaan van voorkennis – wat leidt tot moeilijk taalgebruik. ‘Een verschuiving van lasten op arbeid naar lasten op vervuiling’, hoor ik Meyrem Almaci in debat zeggen. Dat heet in communicatie ‘aanbodgestuurd denken’ en vertrekt opnieuw uit een gebrek aan empathie: je weet zelf hoe de dingen in elkaar zitten en communiceert met voorkennis, alsof je praat met je directe collega op de studiedienst van Groen. ‘De verschuiving van lasten’, dat snappen mensen misschien nog net, maar ze moeten er bij nadenken wat dat voor hun dagelijks leven betekent. Dan vraag je veel te veel, die oefening moeten zij niet maken. Beter is het te zeggen: ‘Wij zorgen ervoor dat er minder belastingen komen op je loon en je dus meer geld overhoudt. Vliegreizen en vervuilende producten maken we duurder, maar je zal ze nog altijd kunnen betalen dankzij je hoger loon. Maar wie die vervuilende producten niet koopt, zal in onze plannen effectief meer geld overhouden dan vandaag.’ Dat is vraaggestuurd communiceren en het klinkt sympathiek en uitnodigend in plaats van dwingend. Het zal me eindelijk met mijn portemonnee voor Groen doen stemmen en niet enkel met de mij toevallig aangeleerde solidariteit binnen mijn warm ouderlijk gezin dat al jaar en dag integraal Groen stemt. Daarvan zijn er overigens niet al te veel.

Empathische winnaars

De regeringspartijen CD&V en N-VA (ik hou Open VLD er even buiten, zie verderop) waren ook langs één kant doof, vooral dan aan het linkeroor. Ze sloegen zich op de borst over de economische hervormingen en hoopten daarmee op goedkeuring, maar ze hebben nooit aandacht gehad voor hoe de bevolking die moest verteren, nooit gecommuniceerd hoe ze het langer werken mogelijk zouden maken. Opnieuw: dan overtuig je alleen begrotingsfanatici met een partijkaart. N-VA was ook zo hautain te denken dat het communautaire thema wel even in de vriezer kon en heeft daarvoor de prijs betaald. De partij luisterde niet meer naar haar basis.

PVDA en Vlaams Belang hebben zich beide links opgesteld in socio-economische thema’s. Voor de PVDA is dat haar keurmerk en ze straalt het uit met een onverzettelijkheid en overtuiging die de SP.A heeft doen verbleken. Voor Vlaams Belang is die linkse koers nieuwer en doordachter. De partij heeft glansrijk gewonnen omdat ze wél goed heeft nagedacht over de kritiek die ze binnenkreeg. Ze heeft ten eerste met Van Grieken een andere stijl naar voor geschoven, alvast uiterlijk net iets beschaafder dan onder Annemans en De Winter. Ze heeft begrepen dat ze haar kiezers had verloren aan het iets deftigere N-VA en veranderde van koers. In plaats van naar haar rabiate aanhangers van het eerste uur te luisteren, ging de partij op zoek naar wat de bezwaren waren bij potentiële kiezers uit de ruimere omgeving. Ten tweede begreep Vlaams Belang dat de Vlaming zich gepluimd voelde door de economisch rechtse regering en dat uitgerekend haar publiek moeite heeft de rekeningen te betalen. Dat is tweemaal empathie die tot exponentiële winst heeft geleid. De partij werd bovendien geholpen door Theo Francken. Hij heeft vluchtelingen zo ontmenselijkt en er aan het eind van zijn rit er met de visaschandalen dan zelf zo’n knoeiboel van gemaakt, dat de stap van N-VA naar Vlaams Belang plots lang zo groot niet meer was.

Minachting voor de kiezer

Vlaams Belang wordt via het cordon sanitaire al jaren van de macht gehouden en daar zijn valabele redenen voor. Het maakt haar kiezers wel gefrustreerd en boos en omdat ze al jaar en dag uitgesloten worden van de macht, is het niet meer dan netjes om goed te luisteren waarom ze voor een racistische partij kiezen die vindt dat nieuwkomers 8 jaar lang geen recht mogen hebben op sociale zekerheid. Het helpt niet en is onwaarschijnlijk contraproductief om die kiezers – en eender welke mens dan ook – te gaan minachten en verketteren, zoals De Morgen-columniste Elke Neuville dat doet. Wat moet het haar deugd hebben gedaan om die ’18 procent’ kortzichtig te hebben genoemd. Wat de gevolgen zijn van haar columnpje van vijf minuten zal haar allicht worst wezen. Ik mag dan bij de 82 procent horen: ik keur haar veroordeling ten strengste af. Not in my name.

Ook op Facebook regent het reacties op de riante zege van Vlaams Belang. Dat is logisch, mensen zijn daarover gechoqueerd en onthutst. Maar het gaat ons geen meter vooruithelpen, eerder achteruit, om nu te gaan waarschuwen voor fascisme, met foto’s van Auschwitz. Dat is een aberrante belediging van de VB-kiezer. Je maakt hem daarmee bij voorbaat monddood. Evenmin zal het helpen, zoals ene Annemie V. doet in haar post op Facebook, om de Vlaams Belang-kiezer de Borgerhoutse markt op te sleuren om vrouwen met hoofddoek te ontmoeten of ‘de haat uit zijn hart te strelen’.

Ik vind dat oprecht mooi en goedbedoeld, maar het is niet wat we nodig hebben. We zijn zowat ’s anderendaags na de verkiezingen en nog voor we de Vlaams Belang-kiezer één keer hebben beluisterd, beweren we al te weten dat hij haat in zich draagt en zijn we hem al met onze paternalistische goede raad aan het bestoken. Met Boudewijn De Groot: ‘dat kan je makkelijk zeggen in je eigen mooie huis, met je baan en met je auto, bij de televisie thuis’. Ook hier geldt mijn zelfde mantra: wees empathisch en stap in het hoofd van de ander om zijn zorgen te begrijpen. Wat we nu eerst nodig hebben, is een team onderzoekers dat de motieven van de VB-kiezer in kaart brengt. Geef daar dan democratische antwoorden op.

Bruggen bouwen  

De partij die haar oor nog het meest te luister legt bij al wie zich zorgen maakt over migratie en integratie van oud- en nieuwkomers (en dat is een pak meer dan 18 procent) en tegelijk de ranzigheid en ontmenselijking van N-VA (“Air Francken vullen tot den bak vol zit”) en Vlaams Belang (de Go Back-bus van Dewinter) achterwege laat, is Open VLD. Maggie De Block toonde zich op Asiel en Migratie streng maar rechtvaardig, sprak zich sterk uit tegen de beledigende taal van haar voorganger Francken en toonde zich humaan maar dus wel kordaat. Ze neemt daarmee de zorgen van sommige mensen weg en toont dat dit fatsoenlijk kan, zonder toogpraat of opstokerij.

Bart Somers doet in Mechelen hetzelfde en wist met zijn verbindende aanpak het Vlaams Belang in Mechelen indrukwekkend terug te dringen. Somers en Open VLD spreken burgers aan op hun verantwoordelijkheid en burgerzin, gaan prat op gelijke kansen en treden duidelijk op als iemand zich asociaal opstelt. De centrale gedachte is ook om een mix van bevolkingsgroepen te creëren. In Mechelen kan je voor je sportclub geen subsidies krijgen als die bijvoorbeeld Club Tanger heet en zich enkel richt op Marokkaanse voetballertjes. Je mag dat wel, maar niet met overheidsgeld. Met zo’n aanpak toon je wel die noodzakelijke empathie: je zorgt voor inclusie in de samenleving van iedereen, ongeacht zijn afkomst, maar je hebt ook oor naar al wie zich zorgen maakt.

In de verkiezingsfolder van Open VLD in kieskring Antwerpen staat het zo: ‘Waar mensen volwaardige burgers zijn, zich gerespecteerd voelen en gelijke kansen krijgen, zetten ze zich in voor hun stad. Enkel dan is een succesvol veiligheidsbeleid mogelijk.’ Dit illustreert het helemaal. Er zijn mensen die non-discriminatie en gelijke kansen (heel) belangrijk vinden, maar ze horen bij linkse partijen zo weinig over veiligheid. Diezelfde mensen vinden op rechts alleen wat over veiligheid, maar vrezen dan een politiestaat die niet maalt om mensenrechten en gelijke kansen. Open VLD heeft begrepen dat burgers beide bezorgdheden tegelijk in zich dragen en kijkt voorbij haar eigen muurtjes. Daarnaast weet Gwendolyn Rutten dat mensen niet houden van bekvechters en ze bleef met haar positivisme ver weg van het geruzie tussen CD&V en N-VA. Het hielp haar partij overeind te blijven. Ook dat heet empathie.   

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s