Welp

Wat een avontuurlijk scoutskamp moet worden, draait in Welp uit op complete horror in een schemerig bos. De Antwerpse regisseur Jonas Govaerts levert op de gruwel geen bloedspatje in, maar trekt de kijker ook voorbij het schrikken en huiveren. Wat gebeurt er als je een scout uit zijn tent lokt? Hoeveel kwaadheid en gevaar schuilt er in een twaalfjarig kopje?

Welp is een speelse mix van filmgenres. We zien een groepje Vlaamse scouts dat op kamp naar de Ardennen trekt en zetten ons schrap voor een vrolijke avonturenfilm. Blij dan wel dat we onze brave kinderen niet met de popcorn mee de cinema introkken, want wat volgt, is je reinste gruwel en geweld.

Avontuur in horror doen eindigen, is ten dele bedoeld als metafoor. Jonas Govaerts toont visueel aan waartoe bangmakerij van onvolwassen scoutsleiders zou kunnen leiden in de fantasie van een twaalfjarig kind. De leiders verzinnen een verhaal over een verwilderde jongen in een bos die ’s nachts in een weerwolf verandert. Wat als het kwaad nu eens echt was? En wat als die scoutsjongens dat kwaad eens echt te lijf gingen? Wat roept dat op in het bloed en de aderen van twaalfjarigen in volle ontwikkeling? Welke zwarte zones komen er onder de schedel vrij? En wie neemt als eerste het heft of het zakmes in handen?

De donkere krochten in een jongenskopje worden op het sinistere kamp van Govaerts dan ook helemaal gewekt. Wie zich als kind nooit prettig voelde bij opgelegd plezier, bij zingen voor een vlag, bij opstaan op commando, zal zich herkennen in Welp. We zien een treiterende leider (Stef Aerts) die een kind kleineert en meer aan de leidster (Evelien Bosmans) zit te frunniken dan dat hij om kinderen geeft. Had Jonas Govaerts zelf nog een rekening te vereffenen?

Het mooie aan Welp is dat er nooit een weerwolf opduikt, noch een zeskoppig monster dat kogels en gifpijlen blíjft overleven. Govaerts kiest voor de (gevaarlijke) verwilderde jongen, Kai, die een angstwekkend masker draagt. Een verstoteling. De jongen wekt tegelijk gruwel en compassie. Het lijkt wel of Le Gamin à Vélo van de gebroeders Dardenne in The Texas Chain Saw Massacre is beland. Bij die laatste film is Govaerts beslist gaan lenen. Achter de jonge Kai (Gill Eeckelaert) gaat in de Ardense bossen namelijk De Stroper (Jan Hammenecker) schuil, die in niets moet onder doen voor de slachter uit de kettingzagenfilm van 1974.

Waar in matige horrorfilms de spanningsboog geheel verslapt wanneer het monster of het spook in beeld komt, weet Welp de aandacht moeiteloos vast te houden tot voorbij dat punt. En dat lukt precies door die mengeling van genres. Als Kai oog in oog komt te staan met hoofdpersonage en scoutsjongen Sam (Maurice Luijten), begint er geen gevecht tussen goed en kwaad. Govaerts gooit twijfel in de lucht: kunnen deze jongens vrienden worden, zijn ze lotgenoten in eenzelfde strijd?

Welp kan leunen op de uitstekende fotografie van Nicolas Karakatsanis en de bij momenten vernuftige montage van Maarten Janssens. Het is een horrorfilm die doortrilt tot voorbij de eerste rilling.

Regie: Jonas Govaerts, Met: Sam Luijten, Titus De Voogdt, Stef Aerts, Evelien Bosmans