What doesn’t kill you, makes you sweeter

Lore Baeten

Liefste Lore,

“Ik ben geen mannenhater, ik vind mannen keilief!”, roep je bijna uit. De tranen rollen nog over je wangen als ze alweer in je lach verdwijnen. Wat ben je sterk. Je hebt Philippe Geubels en de kijkers van Taboe verteld dat een vriend je heeft verkracht toen je vijftien was, nu elf jaar geleden. Het heeft je geloof in mensen niet aangetast.

Ik voel een natuurlijke neiging om je in mijn armen te nemen, maar troost is een station dat jij al lang bent gepasseerd, laat staan dat je mij daar op het perron zou willen treffen. Ik hoop dat niemand je nu ongevraagd een kaartje stuurt, uit meelij – met zo’n lange ‘ij’ die te klef plakt, voor jou geen ticket terug naar af.

We doen daar niet aan mee. Deze brief is een ode. Liever dan dat ik je knuffel, schrijf ik wat ik knap aan je vind. Je verdriet wordt door iets overtroffen. Ik heb goed naar je geluisterd en één woord spreekt uit je lichaamstaal en al wat je zegt: sereniteit. Dat betekent ‘in harmonie met de wereld’ en het is hoe ik je zie. Van de weeromstuit moet die harmonie zich in jou hebben genesteld, doorheen die elf jaar. Je zat op een hoopje, een fles vodka tussen je knieën, zij kwam binnen en heeft je frigo gevuld. Je had wat argwaan, maar ze is niet meer weggegaan, jullie hebben het gezellig samen.

Je vertelt hoe vaak mensen je hebben gevraagd of je toen had gedronken, welke kleren je droeg, of je misschien een verkeerd signaal had gegeven. En hoe pijnlijk die vragen zijn, alsof je zelf schuld treft. Je had je in de sofa bij Philippe tot het delen van dat gevoel van onbegrip kunnen beperken, daarvoor had iedereen al lof gehad. Postkaartjes zouden bezegeld beginnen worden. 

Maar jij, Lore, bent verder gegaan. Je hebt gekozen om een cirkel van boosheid en frustratie te doorbreken omdat je weet dat je daarvan niet gelukkig wordt. Je hebt een hand naar een vreemde wereld gereikt en hebt getracht die te begrijpen. “Mensen zeggen zulke dingen om zichzelf te beschermen. Ze willen geloven dat zoiets hen nooit zal overkomen, zolang ze zich anders gedragen dan ik.” De credits voor die woorden gaan naar je psycholoog, maar jij bent het wel die ze belichaamt.

Je doet me denken aan dat meisje uit de film The Sweet Hereafter, dat als enige een busongeval met schoolkinderen overleeft. Een advocaat vertegenwoordigt de families en probeert voor het ondraaglijke een schuldige aan te duiden – de busmaatschappij, de wegenwerken, noem maar op. Het meisje weet dat daarvan niemand tot leven komt, heeft de grootste hel gezien en erkent gewoon dat de chauffeur in slaap was gevallen. Het dorp dat per se een oordeel wil vellen, leeft intussen in oorlog. Dat was in 1997, Facebook bestond nog niet.  

Is mildheid dan misschien een overlevingsmechanisme, omdat je anders toch maar van woede barst? Of voel je als vanzelf mededogen, laat de perceptie van feiten je koud als de feiten zelf erger zijn? Misschien is empathie het doeleind van leed. Of misschien, Lore, ben jij gewoon Lore en was je altijd al sympathiek.

Het is de dag na mijn sessie Taboe wanneer Dean Verberckmoes dood wordt aangetroffen in Zeeland. Op sociale media wordt de vermoedelijke dader ‘een monster’ genoemd. Een man met een ‘anti-sociale persoonlijkheidsstoornis zonder schuldbesef’ is kennelijk niet genoeg. Ik denk aan je woorden: we plaatsen hem buiten het mens zijn, dan zijn we gerust dat niemand van ons ooit zoiets zou doen. Uitsluiting als dranghek voor de oerangst.

Hoe zou de wereld eruitzien met meer Lores?

Heel veel dank voor je open woorden en veel geluk!

Hartelijke groet,

Johan 

(Bekijk zeker de prachtige aflevering ‘Vrouwen’ van Taboe, op VRTnu.)