“Ik heb me altijd verworpen gevoeld”

(Dit interview deed ik in juli 2013 met Nathan Verhelst. Ik gaf de tip aan Peter Verbruggen van Het Laatste Nieuws, die hem zelf interviewde daags voor zijn dood en er een stuk over schreef voor zijn krant. Hij publiceerde de dag erna ook de harde reactie van de moeder. Heb een goede reis, Nathan.)

nathan

Hij werd als meisje geboren en doorliep een jeugd van incest en psychologische vernederingen. Nancy koos ervoor om Nathan te worden, maar een genderoperatie mislukte eind vorig jaar en de laatste hoop brak. De 44-jarige Nathan Verhelst vroeg euthanasie aan en kreeg een goedkeuring. Zijn leven is gisteren beëindigd, we noteerden vooraf zijn verhaal. “Ik ben niet labiel, ik weet wat ik wil en dat is doodgaan. Elke seconde van de dag huil ik binnenin.”

Wanneer we op een broeierige julidag Nathan ontmoeten op zijn appartement in het centrum van Sint-Niklaas kan een eerste vooroordeel al meteen de kast in. Hier geen dozen van bestelde pizza’s op een hoopje, geen lege bierflesjes, zelfs geen vlokje stof. Wel een kraaknet appartement met weinig franjes, strakke lijnen en orde, een badkamer met de nodige verzorgingsproducten. Een flat die elk wild plan kan huisvesten, orde om te kunnen knallen, stilte voor een storm. Alleen een leuze van Bond zonder Naam wijst op kwetsbaarheid, maar hier lijkt niemand in de touwen te liggen.

Twee uur later begrijpen we die orde beter. Ze staat niet voor de rust en concentratie voor een hinkstapsprong. Ze staat voor controle, voor een strakke methode om heel bange dagen door te komen. Nog twee maanden lang. Dan mag het eindelijk stoppen. Een Harley Davidson-model in een glazen vitrine duidt niet meer op een passie, hooguit op een verleden bezigheid. “Ik had een moto, ja, maar ik heb hem weggeschonken”, zegt Nathan. “Ik kan me aan niets meer optrekken, mijn kracht is op. Ik kan niets moois meer meemaken, op geen enkel klein moment. Elke seconde van de dag schrei ik in het diepste van mijn hart.”

Het lelijke kind

Op 9 december 1968 werd Nancy Verhelst in Hamme geboren als een premature baby van 1 kg 750 licht en 31 cm groot. “Het contact met mijn moeder werd meteen verbroken omdat ik in de couveuse moest. Ze zei later aan de verpleegster: ‘zoiets lelijks heb ik in mijn hele leven nog nooit gezien’”, vertelt Nathan bitter. “Hoe ik dat weet? Ze stond op een dag dat verhaal te vertellen aan een scoutsleider toen ik in de keuken stond, ik was toen tien jaar. Die woorden ben ik nooit vergeten. Mijn moeder is bij m’n geboorte bijna zelf gestorven en ik heb het gevoel dat ze me dat altijd heeft kwalijk genomen. Ze had ook een jongen willen hebben in plaats van een meisje.”

“Mijn moeder stond altijd anders tegenover mijn broers dan tegenover mij, ik kreeg van alles de schuld, wat ik ook deed. Ik kon met bloemen thuiskomen, maar vijf minuten later hadden we woorden”, zegt Nathan. Het voelt hem aan als gisteren. “Elke woensdag moest ik poetsen in huis. Als er dan een matje scheef lag of ik te snel klaar was, hadden we ruzie. Lag er op mijn kamer te veel rommel, dan smeet ze dat door het raam op de binnenkoer. Dat deed ze niet bij mijn broers.”

“Ik ben ook gebruikt als wandelende vuilbak. Al wat nog op tafel stond na het eten, moest ik naar binnen werken. Ik werd zwaar obees en kreeg er de gepaste benamingen bij van ‘varken’, ‘bulldozer’, ‘olifant’, ‘tientonner’. ‘Varken, komen eten!’. ‘Olifant, kom naar beneden!’. Mijn vader heeft ooit gezegd dat we de poort zouden moeten gaan uitbreken als ik nog dikker werd. Toen heb ik wel gereageerd: ‘Zolang ik hier woon, noem je mij bij naam! Als ik een varken ben, moet je me maar in een kot in de tuin zetten!’”

Doktertje spelen

“Kort voor mijn twaalfde heb ik dan voor het eerst incest gehad met mijn één jaar en drie jaar oudere broers. Dat begon zogezegd met ‘doktertje spelen’, maar ging al snel veel verder en ik wist niet wat me overkwam. Ik was te jong om te beseffen wat kon en niet kon”, grijpt Nathan terug. “De eerste keer was op een avond. Mijn broer kwam naar me toe en zei: ‘je moet mee naar onze oudste komen’. Omdat ik thuis van alles de schuld kreeg, durfde ik ook niets zeggen tegen mijn ouders en deed ik heel precies wat mijn broers me opdroegen. Anders zouden ze misschien allerlei slechts over mij zeggen tegen moeder en vader. Dus ik liet begaan. Ze kwamen klaar op mijn lichaam, ze penetreerden me, ik moest hen afzuigen en overal betasten, ik moest mezelf betasten en masturberen. Je ondergaat dat, het lijkt alsof je naast je lichaam staat, alsof je totaal iemand anders bent. Om de pijn niet te voelen, depersonaliseer je je. Ik heb mij een gebruiksvoorwerp gevoeld. Het misbruik is blijven duren tot ik op mijn achttien jaar het huis heb verlaten. De analyse komt pas vele jaren later, als je erover gaat nadenken en lezen.”

“Het gebeurde allemaal heel stiekem. Mijn broers deden met hun vinger teken dat ik mee naar boven moest. Mijn jongste broer hield de wacht. Hij kreeg er van mijn broers dan zakgeld voor”, vervolgt Nathan. “Ik voelde me walgelijk. Je hele leven lijkt van je te zijn afgenomen. Als je jong bent, denk je op een gegeven moment aan een man en kinderen, maar dat was voor mij allemaal niet meer mogelijk. Ik ben nooit met eigen zin een relatie aangegaan of heb nooit met een man intimiteit beleefd. Heeft de incest ertoe geleid dat ik voor de vrouwen viel of transgender werd? Dat weet ik niet. Ik voelde me nooit vrouw genoeg om vrouw te zijn. Al zat de genderdysforie er misschien al vroeger in. Ik droeg nooit graag meisjeskleren, ik stond me te ‘scheren’ met zeep en een aardappelmesje, ik deed mijn pa na.”

Nathan piekert even. “Nu begrijp ik sommige dingen wel, maar het is allemaal te laat. Mijn leven is geruïneerd. Het gevoel van verwerping heeft me mijn hele leven overheerst.”

Niet gehoord

De broers waanden zich mogelijk onaantastbaar en veilig. Jonge Nancy had nooit het gevoel hierover bij haar ouders terecht te kunnen en haar vrees werd bewaarheid op haar achttiende. “In een felle ruzie met mijn moeder riep ik toen uit ‘Dat van mijn broers wist ge ook niet, zeker?!’. Waarop mijn moeder zegt: ‘Ik had al zo’n vermoeden’. Op dat moment stort je wereld in. Waarom had ze nooit ingegrepen?”, vraagt Nathan zich nu af. Hij (zij) schreef zijn (haar) moeder een brief van zes bladzijden met in detail wat er met de broers was gebeurd en de expliciete vraag aan de moeder om haar houding naar haar dochter te veranderen. Het enige antwoord: “Je kan met die brief doen wat je wilt.”

Nancy verhuisde met verdiend zakgeld uit horecawerk op haar achttiende naar een klein huisje in Sint-Niklaas, zonder boiler, stromend water of een wc met doorspoeling. Haar vader begreep niets van de plotse verhuizing en sprak drie maanden niet meer met zijn dochter. “Ik heb hem jaren later ook een brief geschreven waarin ik alles verteld heb, maar zijn reactie was enkel: ‘je vertelt me dat wel te laat, nu ik er niets meer aan kan doen’. Verder heeft hij nooit enige actie ondernomen of mijn moeder of broers terecht gewezen”, vertelt Nathan. Voor zijn vader kan hij toch nog mildheid voelen. “Hij at elke dag eieren met spek en dan wou hij dat delen met mij, dat weet ik nog. Mijn moeder was kwaad dat ik wel naar hem wilde luisteren en niet naar haar. Maar misschien was mijn vader wél blij dat hij een dochter had?”

Nathans vader stierf in 2011, toevallig een halfuur nadat Nathan zich op het gemeentehuis officieel als man had ingeschreven. “Op zijn sterfbed heb ik hem nog gezegd dat ik hem graag zie, maar dat echt voelen, kon ik niet meer. Ik was toen al jaren dood.”

Hobbelig parcours

Nancy vluchtte tijdens haar puberjaren in de drank. Begonnen bij bier, geëindigd bij whisky. “Vandaag heb ik dat onder controle, maar als ik een fles open, dan moet ze leeg. Of ik maak een cocktail van medicijnen”, vertelt Nathan. Alles om niet te moeten voelen. “Ik ben ook een emotionele eter. Ofwel eet ik de hele dag door, ofwel eet ik helemaal niets.”

Nancy dacht in die bange tijd bij een vriend des huizes terecht te kunnen. Hij nam het geregeld voor haar op in discussies. “Maar dan bleek dat ik hem daarvoor moest bevredigen. Jaren later kwam ik te weten dat die man mijn moeder ook heeft misbruikt”, zo legt Nathan de puzzel samen.

Thuis weggaan was dus de enige optie, maar het werd geen succes. Nancy kwam op een hobbelig parcours van teleurstellingen terecht. In haar kleine woning stal een huisgenoot haar spullen, een relatie met een man liep spaak en later woonde ze bij een vrouw in die misbruik maakte van haar aanwezigheid. Of zo voelt het vandaag toch voor Nathan aan. “Ik had een relatie met die vrouw, maar zij zag mij als een middel om haar man definitief buiten te krijgen en te houden. Dat heeft ze later zelf toegegeven. Ze had twee dochters in huis en ik sloofde me uit om daar mee voor te zorgen.”

Hoe belandde Nathan of Nancy telkens in die situaties? Is er sprake van een patroon? “Ik heb te veel dingen toegelaten en daarvoor ben ik zelf verantwoordelijk. Misschien gebeurde het omdat ik vroeger nooit gehoord werd. Ik heb niet geleerd om ‘neen’ te zeggen, dat mocht ik niet en het had geen zin. Ik kan dat nu nog altijd moeilijk.”

Psychiatrie

Nancy had een baan in de tewerkstelling van werkzoekenden. In 2001 moest ze zich echter voor de eerste keer laten opnemen in de psychiatrie. “Mijn tweede oudste broer kwam langs. ‘Kom je zien of ik al dood ben? Dan zult ge nog even moeten wachten!’, heb ik hem gezegd. Mijn oudste broer vroeg of het ook ‘deels zijn schuld was’, door ‘de dingen die er tussen ons zijn gebeurd’. Hij had op dat moment wel spijt, hij zei sorry”, stelt Nathan als in een mededeling. Het komt niet echt meer binnen. “Ik heb altijd naar mijn broer opgekeken, omdat ik me niet goed voelde in het vrouwelijk lichaam. Ik ben nooit het meisje geweest dat ik had moeten zijn. Ofwel was ik niet gewenst ofwel werd ik misbruikt. Toch wilde ik mijn broer blijven helpen, als hij later relatieproblemen had, kwam hij daar met mij over praten. Ik wil voor velen de helpende hand zijn omdat ik weet wat gemis is en hoe ongelukkig zijn aanvoelt.”

In die overgave zit tegelijk het verdriet van Nathan. Hij heeft de neiging heel veel te geven – vanuit onvervulde behoeften? – en zal nooit zoveel terugkrijgen. “Ik ben iemand die zijn beloftes nakomt. Ik hou niet van mensen die zeggen te zullen bellen en niet bellen. Voor anderen zijn dat misschien futiliteiten, voor mij weegt het loodzwaar. Voor mij zijn negentig procent van de mensen hypocrieten.”

Een man worden

Nancy volgde al jarenlang sessies bij psychiater en een psychologe, toen ze in 2009 in de wachtzaal op een affiche over genderdysforie stootte: ‘Voel je je vrouw in een mannenlichaam of voel je je man in een vrouwenlichaam?’. “Toen ik dat met mijn psycholoog besprak, zei hij: ‘je bent hier eigenlijk nooit als een vrouw gekleed binnengekomen’. En dat klopt wel. Wat voor mij pas echt als transitie aanvoelde, als ‘niet kloppen’, was wanneer ik vrouwenkleren moest aandoen”, zegt Nathan nu.

Na vele gesprekken kwam het tot een afspraak bij de gespecialiseerde afdeling genderdysforie van een om privacy-redenen niet nader genoemd ziekenhuis. “Toen ik uit dat gesprek kwam, voelde ik me dertig kg lichter. Als dat het niet was, dan wist ik het ook niet meer. Ik heb er dan op mijn veertigste voor gekozen om toch nog eens voor mezelf te gaan. Uit gesprekken met een psycholoog van de afdeling bleek wel dat ik nog heel veel kwaadheid in mij had en die moest er uit om mij op de operatie voor te bereiden. Vandaag blijkt wel dat ik het verleden niet kan loslaten en dat houdt mij in de greep. Als kind zei ik al dat ik niet ouder zou worden dan veertig. Ik was mijn leven al beu op zestien jaar.”

In elk geval oordeelde de psycholoog dat Nancy genderdysforie had en na een hormonenbehandeling mocht worden geopereerd. Een eerste gesprek met de chirurg werd evenwel een verschrikking. “Hij snauwde me toe dat ik mijn sigaret als de bliksem moest uitdoen! De consultatie heeft maar tien minuten geduurd, maar de arrogantie droop van die man af”, zegt Nathan. “Ik heb dan beslist om me door iemand anders te laten opereren. Achteraf gezien was dat misschien niet de beste optie, maar die persoon was wel menselijker.”

De hele operatie is mislukt. In een eerste fase moesten de vrouwelijke borsten worden omgezet tot een mannenborstkas, maar dat verliep zonder succes. De borstkas was niet goed gezet, oordeelt Nathan, de tepelhoven waren misvormd en er was nog steeds te veel borstvorming. In een tweede fase was er de cruciale operatie van de penisconstructie of falloplastiek, op 26 november 2012. “De operatie op zichzelf was geslaagd, maar 36 uur later bleek dat ik een trombose had. De afvoer vanuit de penis was verstopt en ik kreeg afstervingsverschijnselen. De fallus was enorm groot geworden, blauw en zwart. Ze hebben toen heel veel moeten wegsnijden”, vertelt Nathan. “Door huid weg te nemen van mijn lies tot mijn scrotum en die als ent te gebruiken, hebben ze daar nog aan willen verhelpen, maar het resultaat is heel lelijk en misvormd en ik moet een maandverband dragen om niet permanent een geurtje te hebben.”

“De hoofdchirurg zei me dat ‘het leven meer was dan een penis alleen’. Dat durfde hij te zeggen. Ik heb geantwoord: ‘Het leven is dat wanneer de zon schijnt of een kind lacht, je dat voelt in je hart. Ik ben dood en dat zal jij nooit snappen.”

De enige uitweg

Voor Nathan was de geslachtsverandering niet alleen verbonden met zijn gehele persoon, ze was ook zijn laatste hoop. “Ik heb toen beslist om mijn euthanasieplannen in werking te zetten. Maar eigenlijk was ik al zes jaar dood. In een gesprek met mijn psycholoog, toen ik in 2007 in opname zat, zei ik eens dat ik me in een put voelde zitten met reikende handen bovenaan die put, maar dat met elke trede die ik op een ladder zette, die ladder dieper wegzakte en ik me gewoon had neergezet. Toen ben ik doodgegaan, dat begrijp ik nu steeds meer. In een periode van 18 maanden had ik toen ook zes mensen verloren, waarvan drie door zelfmoord en één door euthanasie. Voor mijn operatie zei ik ook half grappend tegen een vriendin: ‘we maken eerst de doopsuiker en dan de doodsbrief’. Lugubere humor, maar het gaf eigenlijk aan wat ik toen al wel wilde.”

Nathan stapte naar het LevensEinde Informatie Forum (Leif) in Wemmel en had er lange gesprekken. Hij kreeg uiteindelijk de drie vereiste goedkeuringen: van een psychiater, van een arts en van een uitvoerende arts die de euthanasie wilde plegen. “Voor mij eindigt het hier”, zegt Nathan stellig. “De mensen denken in het begin dat je aandacht zoekt, ze begrijpen het niet dat je dit kan doen als je ‘gezond’ bent.”

De beslissing tot euthanasie nam Nathan en Nathan alleen. “Ik heb nog tien mensen in mijn leven, waarvan ik er bij vijf het gevoel heb mijn liefde niet te moeten kopen. Zij hebben het er heel moeilijk mee, maar ze kunnen daar met mij over praten en begrijpen nu dat er voor mij geen andere weg meer is. Op 30 september stap ik uit het leven, op een waardige manier. Niet door zelfmoord, niet in een  opwelling. Ik vind het belangrijk om zelf afscheid te nemen en ook mijn vrienden die kans te geven. Zij zullen er die dag bij zijn.”

Zijn familie heeft Nathan niet ingelicht, zij vernamen het nieuws pas de afgelopen dagen, na zijn dood. “Ik zou niet weten waarom ik afscheid moet nemen van mijn broers en mijn moeder. Ze zijn er nooit voor me geweest. Postuum zullen ze nog een brief van mij krijgen.”

Gesprek

Aan het einde van zijn leven, liet Nathan zich nog door een psychologe begeleiden. “Ze geeft mij de tijd en ruimte om bij mijn gevoel stil te staan, want meestal leef ik een beetje als een robot. Ik heb met de jaren geleerd dat je stoer moet zijn en geen zwakheid mag tonen. Bij haar mag ik dat wel.”

Zelf houden we onze stoerheid even gebald. We nemen afscheid van Nathan in een benepen hall, we dralen, het is moeilijk vertrekken. In de lift zakt de zwaarte tot in mijn schoenen. Muisstil. Om de hoek een krantenwinkel met dagjesnieuws. Zesde staatshervorming. Een nieuw parlementair jaar. De Rode Duivels bijna in Rio.