Theaterspelers boven straatvechters

Scène uit ‘Hier waak ik’ (Janne Desmet) – copyright: stippypictures

“We gaan werken aan de kracht van je stem. Die dient van dieper te komen, uit je buik en niet uit je borst”, vertelde mijn theatercoach. “Je borst is de zone van de woede en de verontwaardiging. Als je van daaruit spreekt, hap je snel naar adem. Daar zit je boosheid en verstarring. Ik ben benieuwd hoe je klinkt vanuit je buik, vanuit je liefde en waarden, vanuit je humor.”

Petra De Sutter sprak vanuit de buik toen ze in De Afspraak tekst en uitleg gaf bij haar keuze om geen kandidaat te zijn als Groen-voorzitter. Ze zou er niet gelukkig van worden, ze is veel meer bemiddelaar en onderhandelaar, zegt ze. ‘Wauw’, is het enige wat ik kon uitbrengen. In een dolgedraaide samenleving waarin strakke spieren en hoge ambities de dienst uitmaken, zei een zeer getalenteerd minister dat ze een keertje iets niet ging doen omdat ze er niet blij van werd. Ze kroont zich daarmee tot het omgekeerde rolmodel waaraan onze burn-outeconomie zo’n nood heeft. En ze toont zich een Groen-politica uit het programmaboekje: het kàn anders.

Om scherp te stellen hoezeer Petra De Sutter zelf niet in aanmerking kwam, gebruikte ze een militaire taal die je in andere politieke middens verwacht. De voorzitter diende een soort straatvechter te zijn die kon strijden “om het eigen gelijk”, want “verkiezingen worden gewonnen door pestkoppen, dus moeten we het spel spelen zoals het gespeeld wordt”. De Sutter vindt dat je je “beste generaal” moet sturen. Waarheen? “De arena.”

Neen. Je moet niet het omgekeerde van De Sutter zijn om in deze tijden voorzitter te worden van een politieke partij. Vooral nu niet. Na Wilders, Bardella, Meloni, Van Grieken en Trump hebben we nood aan actieve luisteraars, aan beredeneerde mensen die een ander geluid dan het hunne in overweging nemen. Die niet vertrekken vanuit het eigen gelijk, maar vanuit de diepe overtuiging – dat is iets gans anders. Bouw alsjeblieft verder op het basispakket De Sutter dat er al ligt, met zijn lagen bescheidenheid, sereniteit, authenticiteit en waardengedrevenheid, om er nog meer verbaliteit, spitsvondigheid en luciditeit aan toe te voegen. Maar bovenal bemin de buik, vertrek uit ademhaling.

De ideale partijvoorzitter is een theaterspeler. Hij doet aan introspectie voor hij iets zegt: wie is hij als acteur, wat kan hij van zichzelf in zijn rol leggen? Hij staat diep in connectie met zichzelf, hij is geaard en knakt niet bij een storm. Hij is empathisch, leeft zich tot wekenlang in zijn personage in, zoekt diens leefwereld op, probeert de werkelijkheid te begrijpen en het effect daarvan op het individu. Hij kan zich in meerdere perspectieven verplaatsen.

De theaterspeler is niet ijdel, maar kent zijn positie binnen het geheel. Hij is maar één van de spelers, wacht zijn moment af. Zijn teksten zitten klaar en al wat hij zegt, ligt in lijn met wie hij moet vertolken, maar tegelijk speelt hij in op de ander, laat binnenkomen wat die zegt, vooraleer hij reageert. Hij is in staat zijn timbre, houding en tekstlijn bij te sturen naar wat hij van de ander ontvangt en weet daarop gepast en in lijn met zijn personage te reageren. De theaterspeler wikt zijn woorden en weegt zijn moment. Hij laat zich niet opjagen, maar zal krachtig spreken als het moet. Dan klinkt hij boos en echt, is hij begaan, wordt hij geloofd.

Misschien kan Groen in plaats van voorzittersverkiezingen audities organiseren.

‘Je wordt beschuldigd van hypocrisie. Reageer adequaat maar correct.’
‘Je politieke tegenstander vervloekt de criminaliteit in een kansarme wijk. Toon aan dat je de bezorgdheid hebt gehoord en formuleer een oplossing.’
‘Verdedig je standpunt over de LEZ-zone. Klink overtuigend en empathisch.’
‘Geef aan hoe ecologie een oplossing kan zijn voor de economie. Je tegenspeler werkt bij Audi.’
‘Tover een konijn uit je hoed.’
‘Wees Paul Staes. Klink echt.’

Eén gedachte over “Theaterspelers boven straatvechters”

Plaats een reactie